In Nederland nauwelijks mannen in kinderopvang
- Nieuws
- In Nederland nauwelijks mannen in kinderopvang
[KRO-NCRV] Slechts een paar honderd Nederlandse mannen werken in de kinderopvang. Ongekend weinig in verhouding tot vergelijkbare landen als Zweden en Duitsland, waar 1 op de 5 begeleiders in de kinderopvang man is. In Nederland dus slechts 1 op de 50.
Mannen in de kinderopvang
“Het Hofnarretje heeft een ongelofelijke negatieve invloed gehad op het aantal mannen in de kinderopvang”, zegt Gjalt Jellesma, woordvoerder van BOink. BOink is de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang. In december 2010 werd in deze kindervang Robert M. gearresteerd. Hij had tientallen kinderen misbruikt. Het wantrouwen tegen mannen in de kinderopvang is sinds die tijd enorm. “We krijgen nog vaak vragen van oudercommissies als ze geconfronteerd worden met een man voor de groep”, aldus Jellesma.
Robert M. niet de enige oorzaak
Maar het is te simpel om de zaak Robert M. als enige oorzaak te zien. Ruben Fukkink, bijzonder hoogleraar kinderopvang aan de UvA, noemt ook het salarisverschil. “In Nederland heeft een medewerker opvang MBO-niveau, met bijpassend salaris. In de landen om ons heen is dat HBO. Jongens van 16 haken om die reden vaak af tijdens de opleiding”.
Enig voorbehoud om mannen aan te nemen in de kinderopvang zou er niet meer hoeven te zijn, legt Fukkink uit. “De man in de kinderopvang is de meest onderzochte man. Screening, strenge aannaamprocedures, een vierogenbeleid en een Verklaring Omtrent Gedrag. Elke maand is er een check.”
Steeds meer vrouwen in het onderwijs
Meer mannen in de kinderopvang zou een regeringsopdracht moeten zijn, stelt Gjalt Jellesma. “En laat de 0 tot 4-jarigen dan eerst maar zitten, maar laten we ons richten op de 4-12 jarigen. Maar dan wel een echte campagne van de ministeries”.
Professionalisering kan helpen, denkt Fukkink. “De nieuwe wet kinderopvang zal er wel voor zorgen dat er meer mensen met een HBO-opleiding komen te werken, maar ik maak me ernstige zorgen over de feminisering, ook van de jeugdzorg en het totale onderwijs.