‘Nabestaanden van in het buitenland vermoorde Nederlanders worden aan hun lot overgelaten’

Jaarlijks worden er tussen de 10 en 15 Nederlanders vermoord in het buitenland. Vanwege de afstand leidt dat tot extra obstakels, zo ziet de FNG. Nabestaanden zijn afhankelijk van het land waar de moord gepleegd is en hoe de politie omgaat met moord en vermissing is per land verschillend. Ook hebben nabestaanden fysieke afstand tot de overledenen en komen er veel extra kosten bij kijken om bijvoorbeeld naar het land af te reizen of om het lichaam naar Nederland te laten vervoeren.

De FNG krijgt signalen van nabestaanden dat er te weinig informatievoorzieningen geboden worden door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daardoor zouden nabestaanden een luisterend oor missen, aldus voorzitter Keijzer. ,,Het is belangrijk voor nabestaanden dat er wordt uitgelegd wat ze kunnen doen, waar ze moeten zijn en wat ze kunnen verwachten, wanneer hun dierbare door moord in het buitenland om het leven komt. Daarom moeten er richtlijnen komen voor ambassades, waarin duidelijk is wat er gecommuniceerd moet worden richting nabestaanden.’’

Schade uitkering

Naast een handleiding moeten, volgens de federatie, nabestaanden van in het buitenland vermoorde Nederlanders recht krijgen op een schade-uitkering. Momenteel kunnen nabestaanden van in Nederland vermoorde mensen een eenmalige tegemoetkoming van maximaal 5000 euro krijgen, via het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Met deze tegemoetkoming erkent het Schadefonds Geweldsmisdrijven namens de overheid het onrecht dat de nabestaanden is aangedaan.

De FNG vindt dat er een schade-uitkering moet komen waar nabestaanden van in het buitenland vermoorde mensen een beroep op kunnen doen, ongeacht in welk land dit is gebeurd. Op dit moment is er voor nabestaanden van in het buitenland omgekomen Nederlanders alleen een noodhulpfonds in ons land. Hier kan enkel een beroep op gedaan worden als iemand in grote financiële problemen verkeert. ,,Daar moet echt verandering in komen’’, aldus Keijzer.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken zegt in een reactie nabestaanden van in het buitenland vermoorde Nederlanders zo goed mogelijk bij te staan. Het ministerie begrijpt dat de mogelijkheden en expertise niet altijd voldoen aan de verwachtingen van nabestaanden, maar het ministerie zegt zich niet te kunnen mengen in een onderzoek door buitenlandse autoriteiten naar een zaak die zich in dat land heeft afgespeeld.

In de podcast komt Gabrie van Straten aan het woord, haar broer Tob Cohen werd vermoord in Kenia. Gabrie heeft zich in de periode dat haar broer vermist werd, maar ook in de periode nadat hij gevonden werd, niet gehoord gevoeld door de Nederlandse overheid en door de ambassade in Kenia. ,,Ik had hulp verwacht. Je moet je ei kwijt en wil weten wat je kan doen, maar ik heb alles echt helemaal alleen moeten doen.’’