Apenpokkenvirus in Nederland, wordt vooral overgedragen door intensief contact

“Dat komt omdat er nu veel over wordt gecommuniceerd en er ook communicatie naar artsen is uitgegaan over waar ze op moeten letten”, zegt Van der Eijk in het NOS Radio 1 Journaal. “Wat we weten is dat het virus blaasjes kan veroorzaken die heel besmettelijk zijn. Bij de gevallen die we nu zien, zitten de blaasjes vooral rond de schaamstreek en de anus.”

Het virus kan worden overgedragen door intensief contact met iemand te hebben en door huid-op-huidcontact, maar het kan ook op andere manieren worden verspreid. “We weten dat druppeltjes uit de luchtwegen besmettelijk zijn. Maar dat wil niet zeggen dat het besmettelijk is via zwevende deeltjes, dus je moet eigenlijk wel intensief contact met iemand hebben om het virus op te lopen”, zegt Van der Eijk. Ook door het delen van een handdoek kan het virus worden overgedragen. Als iemand zichzelf afdroogt en daarbij gaan blaasjes kapot en iemand anders gebruikt vervolgens diezelfde handdoek dan bestaat de kans dat die persoon ook besmet raakt.

In veel gevallen vonden besmettingen plaats bij mannen die seks hadden met mannen. “We zien het nu dus bij een bepaalde groep, maar iedereen kan het krijgen.”

Pokkenvaccin kan besmetting voorkomen

Apenpokken komt normaal gesproken voor in Afrika. Volgens Van der Eijk moet goed onderzocht worden hoe het komt dat het virus nu in zo veel andere landen voorkomt waar het normaal niet is en hoe de verspreiding plaatsvindt.

“Daarom is het belangrijk om vast te stellen wie er besmet is. Mensen die bepaalde huidafwijkingen hebben of zich koortsachtig voelen met lymfeklierafwijkingen moeten extra alert zijn en zich melden bij de arts, net als mensen die weten dat ze contact hebben gehad met iemand die besmet is.”

Het pokkenvaccin beschermt voor een groot deel tegen het apenpokkenvirus. Ouderen zijn hiermee ingeënt, maar jongere mensen niet. Of het vaccin ingezet wordt, is nog de vraag, zegt Van der Eijk. “Er liggen nu geen miljoenen vaccins op de plank, dus er moet worden nagedacht over hoe we het gaan inzetten, bij wie we het gaan inzetten en of we het gaan inzetten. Dat wordt allemaal afgewogen.”