'Wat mij betreft wordt de adel in Nederland weer ingevoerd'
- Nieuws
- 'Wat mij betreft wordt de adel in Nederland weer ingevoerd'
De adel heeft het altijd behoorlijk zwaar gehad in Nederland. Maar 1848 spant de kroon: de adelstand werd afgeschaft. Nu, 172 jaar later, ziet John Töpfer de nieuwe adel best zitten. "Je zou het ook als een super koninklijke onderscheiding kunnen zien", zegt hij in J.G.L.W..
Video niet beschikbaar
De Nederlandse adel onder de huidige samenstelling begon onder koning Willem I. "Hij was degene die de Nederlandse adel opnieuw heeft samengesteld", legt Töpfer, directeur van Stichting Adel in Nederland, uit. "De oude adel werd erkend, dus wie van adel was, die bleef van adel. En er werd nieuwe adel gecreëerd, dus je kon een adellijke titel krijgen."
"Die titel kon je krijgen om persoonlijke verdiensten, maar als jouw familie in voorgaande eeuwen, gedurende drie generaties in het bestuur had gezeten van een grote stad, dan kon je ook in aanmerking komen voor verheffing in adel", legt Töpfer uit. Zo kon je uit een oude regentenfamilie komen bijvoorbeeld, om in aanmerking te komen voor een adellijke titel.
Bevoorrechte stand en deel van bestuur
Sinds de Middeleeuwen bestond adel al in Nederland en daar kwam dus steeds meer bij onder Willem I. Als je van adel was, behoorde je tot een bevoorrechte stand waardoor je ook van de daarbij horende privileges kon genieten. "Je maakte deel uit van het bestuur", vertelt Töpfer. "Je had natuurlijk de ridderschappen, en die hadden vertegenwoordigers in de Provinciale Staten en in het landelijke bestuur en daarmee had je wel aanzien."
In 1848 werd de adelstand afgeschaft omdat ze het niet meer van die tijd vonden en ze wilden het vernieuwen. "Het hebben van geërfde voorrechten was uit de tijd", zegt Töpfer. "Er kwamen nieuwe groepen op in de samenleving en die wilden ook hun rechten hebben en daarmee vervielen de rechten van de oude adel."
Weinig verandering in de praktijk
Niemand kwam onder de guillotine en demonstraties werden ook niet gehouden: het afschaffen van de adelstand verliep rustig. Misschien kwam dat ook omdat er in de praktijk niet zoveel veranderde voor de oude elite. "Er werd belastingkiesrecht ingevoerd en voor een groot deel van de adel gold nog steeds dat ze welgesteld waren en aan de belastingregels voldeden", vertelt Töpfer.
Met name in de Eerste Kamer was de grondbelasting erg belangrijk. De hoogte van de grondbelasting was de drempel der toelating van de Eerste Kamer - dat was voor 60% bepalend voor of je erin kwam of niet. Het grootste deel van de namen op de lijst van de Eerste Kamer was van adel, tot de 19e eeuw aan toe.
"Dus dat betekende in de praktijk dat de adel nog steeds oververtegenwoordigd was in de Eerste Kamer", legt Töpfer uit. "Terwijl het eigenlijk de bedoeling was dat het gedemocratiseerd zou worden, maar dat is pas heel laat gebeurd."
Adel van nu draagt ook verplichtingen
Sinds de tijd van Willem I is het aantal familie's van adel gedaald. De laatste verheffing van een familie was in 1939 en de laatste persoonlijke adellijke titel die iemand toegewezen kreeg, ging naar Máxima. "Ieder jaar sterft er een adellijke familie uit, dus verdwijnt een familienaam", vertelt Töpfer. "Maar het aantal personen blijft per saldo eigenlijk altijd wel gelijk. Ik denk dat we nog heel wat jaren met de Nederlandse adel door kunnen gaan."
Als je nu van adel bent, betekent dat natuurlijk iets heel anders dan vroeger. Töpfer: "Het is een historisch gegeven dat je behoort tot een familie die iets betekend heeft. Ik denk dat het ook een soort van verplichting geeft, dat hoor je ook vaak, van het 'wij moeten iets terugdoen voor mensen die het minder hebben dan wij'. Een gemiddelde edelman heeft hogere functies en heeft ook meer bezit. Het is een gemiddelde, dus geldt niet voor iedereen."
Nieuwe adel in Nederland
Op de vraag of Töpfer zou willen dat we nieuwe adel kunnen creëren in Nederland zegt hij: "Absoluut. Als je kijkt naar de Nederlandse geschiedenis is het langer zo geweest dat er adel is geweest en dat die adel is gegroeid. Dat er nu sinds 1939 niks bijkomt is een discontinuïteit die van mij wel opgeheven mag worden. Je zou het ook als een super koninklijke onderscheiding kunnen zien, voor mensen die uitzonderlijke verdiensten hebben gehad. Bijvoorbeeld voor oud ministers-presidenten."