Een bizarre familiegeschiedenis in 'De Schuilplaats'
- Nieuws
- Een bizarre familiegeschiedenis in 'De Schuilplaats'
[AVROTROS] In de Nieuwsshow bespreekt een recensent elke week drie boeken in de Boekenrubriek. Deze week is de beurt aan Ingrid Hoogervorst. Schrijfster Ingrid Hoogervorst studeerde Nederlands en Cultuurfilosofie en was van 1979 tot 1991 lerares Nederlands. Ze was recensent voor De Limburger en later voor De Telegraaf, werkte als literatuurcriticus in diverse jury’s en is tegenwoordig ook docent Proza en Essay verbonden aan de Schrijvers Vakschool Amsterdam. De volgende boeken heeft Hoogervorst besproken:
Christophe Boltanski, de Schuilplaats
(La Cache) De Schuilplaats van Christophe Boltanski was een boekenhit in Frankrijk. Over Frans-Joodse familie van briljante academici, schrijvers en kunstenaars die getroffen door een 'belegeringspsychose' samen geklonterd leefde in een groot voornaam huis in Parijs. Roman kreeg lovende kritieken, was winnaar van de Prix Femina en andere literaire prijzen en wordt wereldwijd vertaald. Deze maand verscheen het boek in Ndl bij uitgeverij Cossee.
‘Ik heb ze nooit te voet over straat zien gaan, alleen noch samen’. Met deze mededeling opent de meesterlijke roman De schuilplaats van Christophe Boltanski, boekenhit in Frankrijk, winnaar van de Prix Femina en diverse andere literaire prijzen. Een roman in het voetspoor van George Perec, Het Leven Een Gebruiksaanwijzing: de hoofdpersoon is een huis. Een voornaam huis, in de rue de Grenelle in Parijs. Het is het huis van zijn grootouders. Ieder hoofdstuk van De schuilplaats opent met een tekening van het huis en in de loop van het verhaal wordt die tekening verder ingevuld. Het begint hilarisch met de Fiat 500 die in de cour staat geparkeerd, de auto is de veilige schil waarin de familieleden zich vervoeren, zonder uit te stappen. Bij kerkbezoek parkeert de familie het autootje aan het begin van de mis voor de kerk en rijdt na afloop zonder uitgestapt te zijn weer naar huis. Waarbij het wagentje geparkeerd wordt in de cour, vlak voor de ingang zodat ze slechts enkele stappen in de open lucht hoeven te doen.
‘s Nachts slapen de kinderen en het enige kleinkind Christophe op de grond aan het voeteneind van het bed van het echtpaar, in slaapzakken. De familieleden zijn met elkaar vergroeid tot een onafscheidelijke eenheid, niemand waagt zich buiten de warme cocon die het huis vormt. Niets werd bewaard, geen foto’s, geen geboortebewijzen. In zijn boek laat Christophe Boltanski zien dat zijn familie zo geworden is met een reden. Een historische reden. Grootvader Etienne is professor in de geneeskunde en heeft een praktijk als huisarts, grootmoeder Myriam werd als studente medicijnen verliefd op haar professor en ze trouwden. Enkele jaren later kreeg ze kinderverlamming en die ziekte bepaalde uiteindelijk het bestaan van het hele gezin. Want Myriam weigerde te erkennen dat ze invalide was, niemand mocht het weten, ze hield het verborgen. Zoals ze alles verborgen hield. Stap voor stap komt Christophe erachter waar ze vandaan komt, uit de Oekraine. Haar bed vormt het zenuwcentrum van het huis, hun bunker. Onder pseudoniem Annie Lauran schreef ze een reeks romans.
Hun twee zoons bleven ook als volwassene thuis wonen: Jean-Elie Boltanski is een bekende Franse taalkundige, Christian Boltanski, beeldend kunstenaar en filmer, Luc Boltanski is een nog bekendere Franse socioloog. Ze eten op een schapenvacht rond het bed waar oma audiëntie houdt, haar romans typt, haar gasten ontvangt. Slapen bij elkaar op de grond. Getroffen door een ‘belegeringspsychose’. Aan het eind van het boek belandt de lezer in de navel van het huis, de ‘cache’ uit de titel, een geheime plek, een verborgen ruimte, waar zijn grootvader zich tijdens de oorlog verschool. De familie wordt nog steeds door angsten gekweld, angst om fouten te maken, de aandacht op zich te vestigen, angst voor een onbekende vijand, wie kan ons komen halen? Getraumatiseerd tot in de genen. Goed geschreven en origineel boek. Het is verleidelijk om er een allegorie in te zien van de Jood als de eeuwige vluchteling.
Jeanette Winterson, Kerstdagen
Kennen jullie nog de Winterboeken? Vol verhalen en plaatjes. Jeanette Winterson schreef haar winterboek Kerstdagen. De Kerst bestaat eigenlijk uit 12 feestdagen: eindigend op Driekoningen 6 januari. Om aan te sluiten bij die traditie bestaat haar boek uit 12 spookverhalen en 12 feestelijke kerstrecepten voor 12 dagen. Magie is een belangrijk ingrediënt in het speelse oeuvre van Winterson en nu laat ze haar fantasie de vrije loop in Dickensachtige spookverhalen. Volgens beproefd stramien opgebouwde spanning zoals in gothic novels en ghost stories.
A.S Byatt, Klein Zwart Verhalenboek
Ook A.S. Byatt laat haar fascinatie voor mythen en sprookjes spreken in de vijf lange verhalen in Klein zwart verhalenboek, een uitgave ter ere van de uitreiking van de Erasmusprijs die de veelgeprezen auteur op 8 december door koning Willem Alexander in het Paleis op de Dam werd overhandigd. Het zijn geweldig goed geschreven, magische verhalen.
Luister de Boekenrubriek terug