In de Boekenrubriek: boek American Gods blijkt beter dan de serie
- Nieuws
- In de Boekenrubriek: boek American Gods blijkt beter dan de serie
[AVROTROS] In de Nieuwsshow bespreekt een recensent elke week drie boeken in de Boekenrubriek. Deze week is de beurt aan Jeroen Vullings. Vullings werkt voor Vrij Nederland, als redacteur en literair criticus. Eerder werkte Jeroen onder meer voor de Belgische krant De Standaard, de NPS en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam. Hij studeerde Neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam en publiceerde de essaybundel ‘Meegelokt naar een drassig veldje. Literatuur in verandering’. Momenteel is Jeroen bezig met de biografie van H.J.A. Hofland. De volgende boeken heeft hij meegenomen.
Ray Bradbury, Fahrenheit 451. Lebowski
Brandweermannen die op boeken jagen om die te verbranden. Fahrenheit 451 is de temperatuur waarop papier in ontbranding gaat. Guy Montag is zo’n boekverbrander. Maar dan ontmoet hij eventjes een meisje op straat en zijn bestaan verandert totaal. Deze dystopie, geschreven in 1953, nu voor het eerst in Nederlandse vertaling, vangt metaforisch perfect de tijd waarin we nu leven – die waarin de ontwaarding van het boek snel toeneemt, ten gunste van wat de Amerikaanse schrijver Ray Bradbury (1920-2012) ‘hersenloos amusement’ noemde. Bradbury was een (conservatieve) moralist; hij schreef deze science fiction niet om een voorspelling over de toekomst te doen, maar om die toekomst te voorkomen. Dat is niet gelukt: nú lezen we zijn nachtmerrie als een spiegel van onze tijd.
Hans Fallada, Zakelijk bericht over het geluk een morfinist te zijn. Cossee
De Duitse schrijver Hans Fallada (1893-1947, pseudoniem van Rudolf Ditzen) was niet uit heldenhout gesneden. Verslaafd aan morfine, van de ene naar de andere psychiatrische kliniek, in Duitsland gebleven onder de nazi’s, door hen gewantrouwd vanwege zijn ‘karakterzwakte’, na de oorlog verguisd vanwege zijn ‘collaboratie’. Maar dat ellendige leven vormde de brandstof voor zijn literatuur. Dat was zijn blijvende prestatie. Een van zijn meest aangrijpende (postuum uitgegeven) teksten is die over het dieptepunt van zijn (levenslange) worsteling met morfine. Microscopisch over hoe hij artsen probeerde op te lichten om aan blanco recepten te komen; hoe zijn leven in het teken stond van de dagelijkse jacht op deze ‘benzine’, en dan nog al die tevergeefse afkickpogingen, van 1918 tot en met 1926. Uiteindelijk deed een periode in de gevangenis hem goed, hij kwam in het gareel. Daarna - in 1928 - hersteld, zette hij zich aan de maatschappijkritische romans (vooral Kleiner Mann, uit 1932) waarmee hij naam zou maken. Hij bleef drinken, dat wel, en ook de morfine kwam weer in zijn leven.
Neil Gaiman, Amerikaanse goden. Boekerij
Een oorlog tussen goden, oude en nieuwe, in hedendaags Amerika, daar belandt de net uit de gevangenis ontslagen knoestige hoofdpersoon Shadow in. Hij wordt als lijfwacht in dienst genomen door ‘meneer Woensdag’, in wie we Odin herkennen - en in zekere zin ook Mars. Woensdag rekruteert andere oude goden, die eertijds met de immigranten meekwamen naar hun nieuwe vaderland en die nu vergeten zijn. Dat is hun grote probleem: ze zijn vergeten en worden niet meer vereerd. Ze bestaan bij gratie van hun volgers. Die situatie schreeuwt kortom om verandering, gericht tegen de nieuwe goden, die staan voor creditcards, televisie, drugs, internet, consumentisme en winkelcentra. Die titanenoorlog (‘storm’) komt er dan ook.
De road novel American Gods van de Engelse schrijver Neil Gaiman (1960) verscheen in 2011 en deze verslavende kluwen van Amerikaanse geschiedenis, oude en moderne mythologie, fantasy en horror, uiterst geraffineerde manipulatie door tal van goden, gesitueerd in een boven- en onderwereld, is onlangs tot een populaire televisieserie gemaakt. Daaraan danken we deze Nederlandse vertaling. Gelukkig maar, want het boek blijkt beter.
Luister de Boekenrubriek terug