'Carnaval op 1,5 meter is geen carnaval: doe het niet of doe het goed!'

Gijsbers denkt dat veel activiteiten in aangepaste vorm best kunnen doorgaan. "Onze kleine gemeenschap in Boekel viert carnaval met name binnen, in zalen. Die zijn best groot, dus we zijn gaan rekenen: hoeveel mensen kunnen we kwijt als we ze aan tafels zetten? Dan kunnen er in de ene zaal 125 man en in de andere 150. Dus er kan wel wát." Vorig jaar was het carnaval in Boekel online, maar dat is helemáál geen sfeer, vindt Gijsbers.

Rob van der Laar van de Brabantse Carnavals Federatie vindt het ook maar lastig, zegt hij. Binnen kan het misschien, maar buiten niet: "Wie gaat het allemaal handelen in de openbare ruimte?" vraagt hij zich af. Als er een evenement wordt georganiseerd, zoals een optocht, dan gaat het nog wel, maar als mensen met een biertje in de hand de straat op gaan, heeft hij daar niks van te zeggen. "Maar wij worden er wel op aangekeken", zegt hij.

Polonaise

Of het nu binnen of buiten is, Bosman ziet het met de beperkende regels niet voor zich. Carnaval is een 'feest van nabijheid', stelt de cultuurtheoloog is: "Dansen, knuffelen, om de hals vallen, polonaises dansen, hossen door de straten achter dweilorkestjes aan." Bij carnaval hoort drank en lekker eten en als dat niet kan, kun je het beter maar niet door laten gaan.

Bosman oppert om het carnaval wellicht te verplaatsen: halverwege de vastentijd, drie weken later, wordt in België wel eens feest gevierd. Misschien kan het dan wel. "Je kunt dan kijken wat er mogelijk is", vindt hij. Gijsbers vindt dat geen goed idee: carnaval moet gewoon met carnaval, maar dan gewoon wat minder groots. Ook verplaatsen naar de zomer, zoals eerder werd voorgesteld door de burgemeester van Breda, Paul Depla, vindt hij geen goed idee: "Dan concurreer je ineens met allemaal festivals", vindt hij.