Gek van verlangen
- Nieuws
- Gek van verlangen
“Het duurde twee jaar. Het was zowel een hemel als een hel voor mij. Wanneer het een hel was, was het werkelijk afgrijselijk,” dat vertelt de Zuid-Afrikaanse schrijver André Brink (1935-2015) in de documentaire 'Korreltjie niks is my dood’ over zijn affaire met dichteres Ingrid Jonker (1933-1965). Hij was getrouwd, zij een alleenstaande moeder. In de twee jaar dat ze ‘af en aan’ samen waren schreven ze elkaar bijna tweehonderd liefdesbrieven (1963-1965). Die zijn nu gebundeld en uitgebracht in het Nederlands onder de titel: Vlam in de sneeuw.
Brink overleed vorig jaar tijdens een vlucht van Amsterdam naar Kaapstad. Hij liet de brieven na. Bijna vijftig jaar bewaarde hij de brieven van Jonker - en de doorslagen van zijn eigen brieven- op carbonpapier- in zijn studeerkamer.
Onbeantwoord verlangen
Het is 1964 en Jonker heeft net een prijs gewonnen. Van het geld vertrekt ze naar Europa om een reis te maken. Het is een lang gekoesterde wens van haar. In een van haar brieven beschrijft ze hoe ze haar tijd in Amsterdam doorbrengt, verlangend naar maar een ding: het weerzien met Brink. “En hoewel ik in januari heb gezegd dat je vrij moet komen als je terugkomt, weet ik nu dat we deze kans om bij elkaar te zijn nodig hebben- dat we het aan onszelf en aan het leven verschuldigd zijn. Dus moet je snel komen naar je eenzame cocon en bedroefde hart.”
André Brink vertelt in de documentaire over zijn eerste ontmoeting met Jonker. Hij zag haar in 1963 bij een bijeenkomst met andere schrijvers van de Sestigers in Kaapstad. Ze bespraken het protest dat ze wilden organiseren tegen de censuur van het apartheidsregime. Brink: “Ze kwam binnen in een strakke, groene broek, op blote voeten. Er was meteen spanning in de lucht.” Tijdens de bespreking ging Jonker, vol vuur, voortdurend in tegen wat de oudere schrijvers te zeggen hadden. Vooral tegen Jack Cope, de schrijver waarmee Jonker op dat moment een relatie had. Brink was nog meer onder de indruk.
De harde realiteit
Ondanks haar moeizame relatie met Jack Cope, en ondanks zijn leven als getrouwde man worden de twee verliefd. Brink beloofde Jonker te scheiden van zijn vrouw en haar te bezoeken in Amsterdam, daar zouden ze eindelijk echt samen kunnen zijn. Maar na twee dagen ging het al mis, vertelt Brink. “Omdat het voor haar dé kans was om te genieten wilde ze voortdurend in de duurste hotels eten. Dat kostte allemaal geld. Maar ik had weinig geld.” Ze ruziëden wat af. De twee gingen nog wel naar Parijs samen, maar besloten daar dat hun wegen zich zouden scheiden.
De woordkunstenaars hadden elkaar in hun brieven maandenlang verleid, bemind en veroverd. Zo schrijft Brink: “De liefde, alles, krijgt nu een teveel aan schakeringen van tederheid en hartstocht om op papier gezet te worden. Als ik zeg: ik hou van je, dan klinkt het als een stelling. Als ik zeg: ik heb zin in je, heb onverdraaglijk veel zin in je, dan klinkt het schaamteloos.” Maar als de twee elkaar ontmoeten valt hun zorgvuldig gecreëerde droomwereld hard omver. Vanaf dat moment gaat het psychisch steeds slechter met Jonker. In Parijs wordt ze opgenomen in een psychiatrische kliniek. Als ze terugkomt in Zuid-Afrika verblijft ze ook in een kliniek. Drie maanden na haar breuk met Brink loopt ze de zee in en pleegt ze zelfmoord.
Die Kind
Pas in 1994 wordt Ingrid Jonker wereldberoemd als Nelson Mandela in 1994 haar gedicht ‘Die Kind’ voordraagt tijdens de opening van het eerste democratische parlement van Zuid-Afrika. Hij sluit af: “Haar naam is Ingrid Jonker. Door haar en anderen zijn we verplicht iets van het leven te maken.”