Wilbert en zijn vriendin vochten veertig uur voor hun leven, in het water
- Nieuws
- Wilbert en zijn vriendin vochten veertig uur voor hun leven, in het water
Wilbert van Haneghem en zijn vriendin Marjan van Minnen kenden elkaar anderhalf jaar en gingen voor het eerst samen op vakantie. Ze wilden naar de Komodo-eilanden in Indonesië om de komodovaranen in het wild te zien. Wat een prachtige vakantie had moeten zijn, werd een nachtmerrie. In zijn boek Schipbreuk in het Paradijs, dat morgen verschijnt, vertelt van Haneghem hoe het was om ruim veertig uur voor zijn leven te vechten.
Op de eerste avond liep de houten toeristenboot met 25 opvarenden vast op een rif. De bemanning beweerde dat de GPS aan het resetten was. Nu weet Van Haneghem dat er helemaal geen GPS aan boord was. Of de botsing met het rif de oorzaak was is niet duidelijk, maar de tweede nacht maakte het schip water. Vanmiddag was Van Haneghem te gast in het NPO Radio 1-programma De Nieuws BV.
“De boot kan niet zinken”
“Het was midden in de nacht, om één uur. Er was uiteraard grote paniek. Een paar minuten later stonden we met een zwemvest aan op het voordek in een schuddende boot op de ruige zee voor de kust van Sumbawa.” De boot begon langzaam vol te lopen. Er moest gehoosd worden.
“Ik sprong ook in het ruim”, zei Van Haneghem. “We probeerden met twintig man de boot in balans te houden. De gids, de enige van de crew die Engels sprak, kwam naar voren en zei tegen ons: blijf zo lang mogelijk aan boord, de boot kan niet zinken.”
Dat was niet waar. Na drie kwartier lag de boot al onder water. Toen sloeg de paniek echt toe. Van Haneghem, steward bij de KLM, besloot de leiding te nemen. “De kapitein was niet in zicht, dus ik deed het maar”, vertelde hij in De Nieuws BV. “Wij zijn getraind om juist in panieksituaties de rust te bewaren. Je kijkt om je heen en je ziet de angst in de ogen van de anderen. Dan denk je: die angst ga ik nu niet overnemen. Je denkt zelf aan thuis en aan de toekomst, maar dan denk je: nee, nu doorzetten. Dat komt wel.”
25 man en een sloepje
Aan boord van de boot was een klein aluminium bevoorradingssloepje, dat hun redding werd. De opvarenden hielden zich met een touw of met hun handen aan de rand van de sloep vast. Het sloepje was niet groot of stevig genoeg om mee naar veiligheid te varen. “Je zou er de grachten niet eens mee op durven, laat staan de ruige zee”, aldus Van Haneghem in De Nieuws BV.
Aan dat sloepje heeft het hele gezelschap zich veertig uur vastgeklampt. De NOS publiceerde in 2014 een artikel over de ramp met als kop “Veertig uur dobberen in zee”. Van Haneghem ergerde zich aan het woord dobberen: “Dobberen klinkt alsof ik met een cocktail in m’n hand in een leuk klein bootje zat. De boot dobberde weliswaar, maar wij hebben gewatertrappeld. Doe dat maar veertig uur. We vochten in de ruige zee voor onze levens en met elkaar, letterlijk. Er ontstond een patstelling tussen de bemanning en de toeristen. Ze hadden ons eten opgegeten, zonder overleg.”
Er hingen ook twee Spaanse toeristen aan het bootje. Door de ruzies zijn zij hun eigen kant opgegaan. De twee Spanjaarden zijn nooit teruggevonden.
56 snijwonden
Uiteindelijk kwam er redding. Het sloepje lag toevallig op de vaarroute van twee vissersboten die van een ander eiland kwamen. “We floten, schreeuwden, gilden, brachten oerkreten uit. Carnaval. We waren euforisch en omhelsden elkaar. We hoefden niet weer een nacht in”, vertelde Van Haneghem in een interview met het Algemeen Dagblad.
Van Haneghem had 56 snijwonden en blaren in zijn handen. Zijn vriendin Marja werd na de beproeving nog vier dagen in een ziekenhuis in Bali behandeld. Volgens van Haneghem heeft de ervaring ze dichter bij elkaar gebracht. "Ik heb haar goed leren kennen.", zei hij. "Zij heeft mij daar in het water ten huwelijk gevraagd. Dat deed ze op de eerste dag en de tweede dag ben ik erop teruggekomen. Ze deed het om mij te motiveren. Ik dacht: ja, we gaan dit overleven. We gaan dit doen." Hij heeft Marja een jaar later – veilig op land en met een ring – ten huwelijk gevraagd. Ze zei ja.
“Ik denk dat ik opener ben geworden, dat hoor ik van mijn omgeving”, zei Van Haneghem in De Nieuws BV. Het schrijven van Schipbreuk in het Paradijs bleek ook een therapeutische ervaring.
“Ik had al vaker een plan om een boek te schrijven. In zee dacht ik: dit is een mooi, spannend, goed verhaal en dit moet verteld worden. Maar tijdens het schrijven bleek dat het niet alleen over de ramp ging. Je gaat terugkijken naar die donkere gedachten. Je denkt aan thuis en aan familie. Het bleek therapeutischer te zijn dan ik had vermoed.”
Schipbreuk in het paradijs verschijnt morgen bij Uitgeverij Hollandia en wordt morgenavond gepresenteerd in de Amsterdamse boekhandel Linnaeus.