De Indische achtergrond van Blaudzun
- Nieuws
- De Indische achtergrond van Blaudzun
Toen cultuur-redacteur Jef van Rijk voor De Nieuws BV een onderwerp wilde maken over History in Concert viel zijn oog meteen op de bijdrage van singer-songwriter Blaudzun: "Die ging het hebben over zijn Nederlands-Indische roots. Blaudzun net als ik een indo? Een Indische Nederlander? Nooit geweten!" En dat zorgde voor een fantastische ontmoeting.
Video niet beschikbaar
Mijn oog viel meteen op de bijdrage van Blaudzun. Niet dat de andere gasten niet interessant zouden zijn: Ellen ten Damme hoor ik graag praten en zingen over belangrijke vrouwen uit de vaderlandse geschiedenis, net zoals Akwasi me ongetwijfeld zou raken met zijn kijk op het Nederlandse slavernijverleden. Maar Blaudzun, die ging het hebben over zijn Nederlands-Indische roots. Blaudzun net als ik een indo? Een Indische Nederlander? Nooit geweten! En hij ging ook nog eens eigen werk vertolken met een krontjong-ensemble. Ik dacht: bellen die man!
Malang
Vaak als ik gasten produceer voor ons programma, zoek ik in een voorgesprek naar (persoonlijke) raakvlakken. Dat praat makkelijker en maakt je werk, dat toch al zo leuk is, nóg aantrekkelijker. Nou, het was in dit geval natuurlijk niet zo moeilijk: de ene indo belt gewoon de andere. Ik merkte aan Blaudzun meteen dat hij dat ook had: je senang voelen bij andere indo's.
En we hadden iets dat we onmiskenbaar deelden: de prachtige stad Malang, waar toeristen naar toe gaan als ze de beroemde vulkaan Bromo willen bezichtigen. Malang, waar mijn moeder geboren is en waar de naam van mijn overgrootvader nog prijkt op de erelijst van een sociëteit van weleer. Wijds, schoon, prettig klimaat. Zo was het er althans toen ik de stad in 1998 voor het laatst bezocht.
Als ik zei dat ik een indo was, wilde niemand mij geloven
Ook voor Blaudzun staat Malang in het teken van familiale banden. Het was de stad van zijn opa en oma, de twee mensen in zijn leven die hem het meest aan zijn status van indo herinneren. Indisch eten bij opa en oma thuis, en er luisteren naar traditionele krontjongmuziek.
Soto ajam
Bij de ingang van het Radiohuis stond ik dinsdagmiddag op hem te wachten. Ik had Blaudzun niet eerder in den vleze ontmoet, dus groot was mijn verbazing toen hij nonchalant aan kwam stiefelen. Jezus, wat een beer van een vent! Ik denk toch gauw al een metertje of twee, terwijl ik gerekend had op iemand van mijn eigen Indonesische afmetingen. Klein dus."Haha, ja, dat had ik in Indonesië ook, iedereen wilde met mij op de foto. Als ik zei dat ik een indo was, wilde niemand mij geloven."
In de gastenruimte volgde een aangenaam gesprek, dat bol stond van herkenning. Veel over eten praten natuurlijk, dat cliché over indo's is meer dan waar. Hij vertelde over zijn favoriete toko in Utrecht (toko Mitra in de Lange Viestraat), hoe lekker de gado-gado daar is.
Hier merkte ik overigens dat Blaudzun toch een generatie jonger is. Hij had het namelijk over gado-gado slá – semantisch is daar niets mis mee, maar een indo van mijn generatie zou dat nooit zo zeggen. Gewoon gado-gado graag! En oh ja, ik weet nu wat zijn lievelings-gerecht is, want dat eet hij altijd op zijn verjaardag: soto ajam. Kippensoep op zijn Indonesisch dus. Wat voor zijn komende verjaardag trouwens een probleem wordt, want Blaudzun is vegetarisch geworden..
Krontjong appelleert aan een oergevoel. Het is een simpele oervorm van muziek maken.
Krontjong
In de studio met Willemijn en Patrick gaat het al gauw over de krontjongmuziek, "in lang vervlogen tijden door Portugese slaven naar Indonesië gebracht", doceert Blaudzun. Toen hij in januari door Indonesië toerde trad hij op met krontjong-muzikanten. Vooral de 'tjoek' en de 'tjak' (twee ukeleles met drie snaren die het ritme bepalen) stalen zijn hart. "Krontjong appelleert aan een oergevoel. Het is een simpele oervorm van muziek maken. Je hebt een gevoel en/of verhaal, voert het uit met drie instrumenten, doet er een viool en fluit bij en je gaat gewoon spelen. Geweldig."
Op Java speelde hij nummers van zichzelf, begeleid dus door krontjong-muzikanten. Ik had zelf een traditioneel krontjongnummer gekozen om even aan de luisteraars als voorbeeld te laten horen (Telaga Biru – Blauwe Vijver, zo'n weemoedig stuk met fluit en viool dat mij aan vroeger doet denken), maar dat kon Blaudzun helaas niet bekoren ("truttig!"). Dat was toch écht over de grens kitsch!!
Natuurlijk betreurde ik dat, maar ik begreep het wel. De krontjong-variant die zijn voorkeur heeft is minder zoetsappig, ritmischer, meer rock en roll. En zo klinkt ook zijn eigen muziek, met of zonder krontjong.
Verwarring
Toen Blaudzun in januari voor het eerst voet zette op Indonesische bodem, voelde hij zich er meteen thuis. "Je kijkt rond en je denkt: daar loopt oom zus en tante zo. Ik had heel snel wat met de mensen. Ik ben ook in andere Aziatische landen geweest, maar daar had ik die klik nooit." Of hij heimwee had? "Nou, ik weet nu dat ik veel vaker naar Indonesië zal gaan."
Je kijkt rond en je denkt: daar loopt oom zus en tante zo. Ik had heel snel wat met de mensen
Tijdens zijn reis door Java schuwde hij het onderwerp van kolonisatie en onderdrukking niet. Een onderwerp dat bij Blaudzun zelf tot de nodige verwarring leidt. Natuurlijk: kolonialisme is per definitie verkeerd. Maar ja, Nederlands-Indië was toch ook het land van zijn opa en oma, en van zijn vader die in Nieuw-Guinea woonde. "Het was een vreemde, complexe periode. Nederlanders die zich misdroegen, maar ook: mijn familie die in jappenkampen had gezeten, en daarna nog geïnterneerd werden door Indonesiërs toen de vrijheidsstrijd begonnen was."
Blaudzun: "Mijn opa, die in Japan te werk gesteld was en bij terugkomst in Indonesië meteen het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) in moest. Op Java sprak ik erover en de meningen verschilden. In Jakarta was mijn koloniaal verleden geen enkel punt. In die stad koesteren ze ook de Nederlandse koloniale erfenis – de gebouwen van weleer worden er beschermd en gerestaureerd. Ook in Yokyakarta speelde het koloniale verleden geen enkele rol."
Op Java sprak ik erover en de meningen verschilden. In Jakarta was mijn koloniaal verleden geen enkel punt
Maar uitgerekend in Malang, de stad van opa en oma, was het anders: "Daar kreeg ik te horen: 'weet jij wel wat jullie geflikt hebben?' Dat was op de grens van haat, en ik moest duidelijk maken dat ik het met dat kolonialisme en die onderdrukking écht niet eens was. Daarna was alles weer senang."