65 jaar tv: Pas op, we worden raar en oppervlakkig!
- Nieuws
- 65 jaar tv: Pas op, we worden raar en oppervlakkig!
65 jaar geleden, om precies te zijn op 2 oktober 1951 om 20.15 uur, was de eerste publieke televisie-uitzending in Nederland. Parooljournalist Jeanne Roos mocht de boel presenteren, en noemde het later in de krant een 'geconcentreerde zenuwstuip van een aantal mensen die dagen en dagen van tevoren met niets anders waren bezig geweest'.
Al dat nerveuze gedoe - Roos was zelf van de zenuwen maar liefst een uur te vroeg - was nergens voor nodig: er waren slechts krap duizend tv-toestellen in Nederland, bovendien ging de historische aflevering niet de archieven in, omdat registratie nog niet mogelijk was.
Toch waren de zorgen over het effect van het medium groot. Toenmalig staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Jo Cals waarschuwde de kijkers deze eerste uitzending uitvoerig voor vervlakking: bij verkeerd gebruik zou de televisie zomaar de 'dood van de cultuur' kunnen betekenen.
Vijf jaar later beleefde de televisie-uitzending haar eerste jubileum. Opnieuw kwam Cals (oftewel 'Zijne Excellentie meester J. Cals') eindeloos aan het woord. Nadat hij eerst zorgvuldig had teruggekeken op de vooruitgang die de uitzendingen hadden doorgemaakt, drukte hij de kijkers nog maar eens minutenlang op het hart dat ze ervoor moesten waken dat 'ons huisgezin totaal wordt beheerst door deze nieuwe verworvenheid der tijd'.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Rijp voor pensioen?
Nog eens zestig jaar later ziet de jubileumviering van de televisie er heel anders uit. In een driedelige tv-serie (die overigens door critici bijna unaniem op z'n best wordt bestempeld als 'ouderwets') vraagt televisie-rot-in-het-vak Bert van der Veer zich af of de tv met pensioen moet.
Zelf gelooft hij van niet, zo laat hij onder andere weten in de reportage van NPO Radio 1 Nooit Meer Slapen. Televisie biedt immers vastigheid in tijden van keuzestress, licht hij toe in een interview met Trouw. Bovendien biedt de tv volgens hem de weldaad van de gezamenlijke ervaring: met het hele gezin naar The Voice kijken, 'knabbelend aan de extra lekkere hapjes die mama heeft gekocht'. Die gezamenlijkheid verlies je volgens hem bij 'on demand'-kijken. "Nu zit pa met zijn koptelefoon op Eurosport te kijken, terwijl moeder 'Heel Holland Bakt' heeft aan staan en de kinderen boven op YouTube zitten." En trouwens: "Wanneer je op Twitter je mening kwijt wil, moet je toch echt live kijken."
Drie uur en tien minuten per dag
De kijkcijfers wijzen er inderdaad op dat de televisie voorlopig nog niet is verbannen, blijkt uit de reportage van Nooit Meer Slapen. Nederlanders kijken volgens NPO-kijkcijferexpert René van Dammen gemiddeld namelijk drie uur en tien minuten naar de tv - en dat is al jaren zo.
Van der Veer lijkt dan ook niet bang te zijn van de concurrentie van Netflix of Youtube. Zo zegt hij in het interview met Trouw: "Want als je zeven dagen achter elkaar iedere avond twee uur filmpjes op YouTube kijkt, gebeuren er rare dingen met je hersens. Dan ga je de wereld beleven als een soort fragmentarische explosie." Een soort 'dood van de cultuur', zeg maar.