De onderbuik van jonge schrijvers
- Nieuws
- De onderbuik van jonge schrijvers
“Iedereen is hoogopgeleid, iedereen heeft ouders met ‘gekke’ trauma’s, (…) iedereen is de hele dag aan het filosoferen over de ideale bereiding van een cappuccino, iedereen woont in Amsterdam, iedereen is ongelukkig, iedereen heeft geld, iedereen droomt van armoede, iedereen twijfelt aan zichzelf.”
‘Iedereen’ is hier de generatie jonge schrijvers. Schrijver Abdelkader Benali plaatste deze klaagzang alweer twee jaar geleden op zijn Facebookpagina, maar veel jonge schrijvers zijn hem nog niet vergeten. Het was niet de eerste, en zeker niet de laatste keer dat hen navelstaren werd verweten.
Morgen begint Nieuwe Types, een festival over de toekomst van de literatuur, waar aanstormend literair talent een podium krijgt. Schrijver Lotte Lentes (25) schreef speciaal voor Nieuwe Types een brief aan haar navel. “Want mijn vertrekpunt is mijn onderbuikgevoel”, legt ze uit. “Dáár zit je betrokkenheid met de maatschappij.” Ze bracht onlangs De jongen, het stof uit, een boek over een Syriëganger. Engagement is er dus wel degelijk, toont Lentes. “Al zouden geëngageerde jonge schrijvers best wat meer ruimte mogen innemen.”
De onzichtbare schrijver
Maar die plek is soms lastig op te eisen. Doe je er als jonge schrijver bijvoorbeeld goed aan om zoveel mogelijk in quizzen, talkshows en interviews te verschijnen? Vorig jaar opende schrijver P.F. Thomése festival Nieuwe Types met een pleidooi voor de onzichtbare schrijver. “De schrijver is een personage geworden. Een figurant in het doorlopende verhaal dat ‘actualiteit’ wordt genoemd”, zei hij. En da’s niet best, meent hij. Want hoe zichtbaarder de schrijver, des te krachtelozer, aldus Thomése.
Dit jaar is het de beurt aan schrijver Alex Boogers om Nieuwe Types te openen met een rede. Hoewel hij nog niet precies weet welke oratie hij zal afsteken, kan hij door de telefoon wel alvast aan de jonge schrijvers een gouden tip geven die in het verlengde ligt van Thoméses pleidooi: “Laat alle lawaai aan je voorbijgaan en richt je enkel op die ene ware zin die jij moet schrijven. Daarop volgt de volgende zin, en daarop de volgende, en dat wordt jouw verhaal."
"Denk dus niet: ‘Ik verwerk dit liedje in mijn boek, want dat roept een bepaalde sfeer op en dan denkt de lezer bovendien dat ik veel van muziek afweet.’ Dat zijn louter imagobeelden.”
Mooie kop, stoere baard
Boogers’ geloof is heilig: “Een oprecht woord, een echte toon – die worden herkend. De rest is secundair. Met een beetje geluk heb je ook nog een mooie kop, een stoere baard of een goeie babbel. Daarmee word je waarschijnlijk een bekendere schrijver dan wanneer je een kleurloos persoon bent. Want bij kleurloosheid is de kans groot dat je geweldige boek toch niet de massa bereikt. De grote vraag is: heb je dan gefaald?” Jonge schrijver Lotte Lentes weet het antwoord al: “Het is maar net hoe je succes definieert.”
Vandaag en morgen blikt dichter Marieke Rijneveld (winnaar C. Buddinghprijs) om 17.00u bij NPO Radio 1 Sportzomer vooruit op festival Nieuwe Types in Arnhem.