Cultuur & Media
NTR

Schrijver Jan van Mersbergen: ik kan eigenlijk niet zo goed alleen zijn

foto: Foto: Willem Kaldenbach
  1. Nieuwschevron right
  2. Schrijver Jan van Mersbergen: ik kan eigenlijk niet zo goed alleen zijn

Eind jaren zeventig kopen de ouders van schrijver Jan van Mersbergen een afgelegen stuk land van een hectare groot. Sindsdien fietst zijn vader elke dag door de polder naar zijn Bos, dat hij ombouwt tot zijn eigen paradijs. Jan begrijpt zijn vader niet; een teruggetrokken leven is hem een gruwel, hij heeft mensen nodig om zich heen, altijd. In Kunststof vertelt Jan van Mersbergen over zijn nieuwste boek Mijn pa is nooit alleen, een openhartig en liefdevol relaas over familiebanden, eenzaamheid en de behoefte aan gezelschap.

Jan van Mersbergen, schrijver - Kunststof

Waarom een stuk grond midden in de polder?

Het boek begon met de vraag van de uitgever: kun je een boek schrijven over iemand die je bewondert? Jan van Mersbergen koos voor Jozef van den Berg, de beroemde poppenspeler die in 1989 van de één op de andere dag besloot zijn carrière in de wilgen te hangen. Hij stapte op de fiets, liet vrouw en kinderen achter en leeft sindsdien als orthodox priester in een schuurtje in Neerijnen. “Ik heb er meteen erbij verteld: die poppenspeler heeft zich teruggetrokken, en dat heeft mijn vader in zekere zin ook gedaan. Ik zag een gelijkenis.” Jan gebruikt het verhaal van Jozef van den Berg om via een omweg een verhaal over zijn eigen vader te vertellen.

“Waarom zijn ze daar eigenlijk naartoe gegaan?”, dat was de onderzoeksvraag waarmee de schrijver aan het boek begon. Waarom kozen zijn ouders ervoor om midden in een polder, ver weg van alles een stuk grond met wat populieren te kopen? “En waarom wilde ik daar op mijn dertiende, veertiende helemaal niet meer naartoe en timmerde ik mijn hele week zo dicht met werk, kranten bezorgen, voetballen, trainen en school dat ik er alleen nog maar op zondag een keertje tijd voor had?”

Het landje veranderde in een vloek

Een eigen stuk land, het klinkt zo paradijselijk. Zeker voor een kleine jongen van een jaar of zes. Alle ruimte om je uit te leven. “Hutten bouwen, daar was het land van mijn ouders niet voor gemaakt.” Het Bos van zijn vader was een moestuin, met kippen. “Het was meer een landbouwproject.”

Zeker toen Jan wat ouder werd, veranderde het landje in een vloek. “Er moest altijd heel veel gebeuren. Als je dertien of veertien bent moet er met jezelf ook heel veel gebeuren.” Voor de noden van zijn zoon had zijn vader minder oog. “Dat project was altijd eerste keus. Ik merkte wel dat hij nooit naar een voetbalwedstrijd kwam kijken Hij had iets anders te doen.”

Niet alleen kunnen zijn

Vader en zoon van Mersbergen zijn niet gebrouilleerd. “We hebben vrij goed contact.” Het boek is dan ook niet bedoeld als een afrekening met zijn vader. Het is vooral een zelfonderzoek. “Hoe komt het nou dat met alles wat ik doe - met carnaval, met de voetbalclub, met literaire avonden in de stad - ik een spil in het web wil zijn?”

Waar zijn vader rücksichtslos zijn eigen plan trekt, is Jan van Mersbergen zich, met alles wat hij doet, bewust van de ander. “Er zijn weleens mensen geweest die zeiden dat ik niet zo goed alleen kan zijn. Toen zat ik een beetje te rekenen, ik was toen toch al zeker twee- drieënveertig. En toen zei ik, dat klopt wel, volgens mij ben ik vanaf mijn negentiende in totaal tweeënhalve week vrijgezel geweest.” De zoon die altijd contact zoekt, kruipt in de huid van de vader die dat juist niet doet. Een mooiere ode is nauwelijks denkbaar.

Kunststof

Het cultuur- en mediaprogramma van NTR van maandag tot en met donderdag te horen tussen 19:00 en 20:00 uur op NPO Radio 1 of op elk moment terug te luisteren als podcast. Volg Kunststof op Twitter, Facebook en Instagram.

Ster advertentie
Ster advertentie