Rudi Vranckx: 'Als oorlogsjournalist moet je leren hoe je met angst omgaat'
- Nieuws
- Rudi Vranckx: 'Als oorlogsjournalist moet je leren hoe je met angst omgaat'
Rudi Vranckx, schrijver en journalist, doet voor de VRT al dertig jaar verslag van het oorlogsfront, waar ook ter wereld. Over die tijd heeft hij het boek Mijn kleine oorlog geschreven. Daarin onderzoekt hij hoe hij alle conflicten met al het geweld en bijbehorende propaganda heeft beleefd en overleefd. En als kers op de taart heeft hij de ereprijs 'Journalist voor de Vrede' gekregen. Hierover vertelt hij bij Kunststof.
Het kleine verhaal is het startpunt
Waar bij anderen een oorlog een 'ver-van-mijn-bed-show' kan zijn, heeft Vranckx bij iedere oorlog een beeld: "Mijn hoofd is een soort immense bibliotheek van beelden en mensen en verhalen die at random plots naar boven komen en terug wegzinken. Het zijn ook geuren, het is ook muziek, klanken, en ik realiseer mij niet altijd dat ik dat niet altijd kan overbrengen. Maar ik probeer het wel."
Het kleine verhaal is altijd het startpunt, het begint bij de mensen, legt Vranckx uit: "Ik heb heel snel geleerd dat alles draait rond het verhaal van gewone mensen in ongewone omstandigheden. Dat is voor mij wat oorlogsjournalistiek of journalistiek eigenlijk is."
Ik heb heel snel geleerd dat alles draait rond het verhaal van gewone mensen in ongewone omstandigheden
Vranckx heeft wel geprobeerd om bijvoorbeeld het Israëlisch-Palestijnse conflict op een academisch niveau uit te leggen maar zag al gauw glazige blikken van mensen die in hun eigen hoofd beginnen te verdwijnen. "Maar als ik verhaal vertel van de kleine Mohammed die daar in Gaza is gedood, of als ik het verdriet beschrijf van de jongeren op het Rabinplein na de moord op Rabin, dan krijg ik nog steeds kippenvel."
De zwijgzame grootvader
Mijn Kleine Oorlog opent en eindigt met een beknopte familiegeschiedenis van Vranckx: "Omdat daar de wortels liggen." Het verlangen van Vranckx om oorlogsjournalist te worden is begonnen bij zijn grootvader. Voor een groot deel is hij door zijn grootvader opgevoed: "Daar aan de keukentafel waar je leefde en ik mijn huiswerk maakte, daar werden verhalen verteld over de oorlog door mijn grootmoeder. Mijn grootvader aarzelde daarover."
Toen vond Vranckx het vreemd dat zijn grootvader aarzelde om over de oorlog te spreken, nu begrijpt hij dat wel. "Dan vroeg ik altijd, 'hoe is dat oorlog, hoe spannend is dat?' en 'heb je gevochten?' of 'heb je iemand dood geschoten?' als naïef jong manneke vraag je zoiets. Hij heeft daar nooit op willen antwoorden." Wat oorlog voor zijn grootvader heeft betekend is daarom altijd een mysterie voor Vranckx gebleven.
Maar pas daar heb ik angst leren kennen, tot dan was het een spel
Maar ondanks het zwijgen, is zijn opa wel het startpunt: "Hij is altijd mijn idool geweest, toch wel. Omdat hij mij opgevoed heeft, omdat hij met mij naar de voetbal ging, omdat hij mij opgevangen heeft als jonge tiener en als kleine knaap als ik het moeilijk had. "
Een oorlogsjournalist moet lagen krijgen
Als oorlogsjournalist moet je niet alleen het vak leren, je moet ook als mens lagen krijgen. Vranckx: "Hoe je met leugens moet omgaan, met propaganda, met tegenkanting. Hoe je de menselijke verhalen moet meemaken en ook hoe je met angst moet omgaan."
Toen Vranckx verslag deed van de Irakoorlog in 2003 heeft hij angst leren kennen. Hij was inmiddels al meer dan een decennium bezig, "maar pas daar heb ik angst leren kennen, tot dan was het een spel". Dat komt onder andere omdat hij pas rond 2001 met de inval in Afghanistan het gevoel kreeg dat journalisten op zich een doelwit zijn: "Dat wij niet zomaar neutraal zoals het Rode Kruis waren".
Dan wist ik van mijn tolk dat er op een Westerse journalist twee miljoen dollar stond
Maar in Irak kwam het allemaal dichterbij. "Daar kwam het allemaal bij elkaar. Daar zie je mensen vermoorden. Na verloop van tijd werden wij een doelwit waar een prijs op stond. Op bepaalde ogenblikken na enkele jaren als je naar de oorlog bleef teruggaan dan wist ik van mijn tolk dat er op een Westerse journalist twee miljoen dollar stond." Toch dacht Vranckx er niet aan om daar weg te blijven.
Kijk hier het hele interview terug.
Kunststof Radio
Het cultuur- en mediaprogramma van NTR van maandag tot en met donderdag te horen tussen 19:30 en 20:30 op NPO Radio 1 of op elk moment terug te luisteren als podcast. Volg voor meer Kunststof Twitter en Facebook.