'Iedereen die ik ken in Afghanistan, heeft op dit moment honger'

Maya Aumaj is een van de initiatiefnemers van Hart voor Afghanistan, een burgerinitiatief dat geld inzamelt voor Unicef, om de Afghanen in nood te helpen. "Ik heb een maand vrij genomen van mijn werk om deze actie op poten te zetten", vertelt Aumaj. "De reden dat het mij extra raakt, is dat ik een Afghaanse achtergrond heb. Ik ontvang heel veel noodkreten van bekenden uit Afghanistan. Mensen hebben geen geld om voedsel te kopen."

Aumaj en haar ouders kunnen hun contacten in Afghanistan niet allemaal persoonlijk helpen door geld te sturen. "Dat is ondoenlijk voor ons. We moeten keuzes maken: wie helpen we wel, wie helpen we niet? Met andere woorden: wie overleeft wel, wie overleeft niet? Iedereen met wie mijn ouders zijn opgegroeid, heeft op dit moment honger en zal mogelijk de winter niet overleven."

Strenge winter

De aantallen zijn enorm, legt Aumaj uit. Voor 24 miljoen Afghanen dreigt ernstige honger. "En 3,3 miljoen kinderen lijden aan ondervoeding. Als er geen actie ondernomen wordt, overlijden een miljoen kinderen. En kinderen zullen sowieso schade hieraan overhouden. Dat kan hersenschade zijn of andere schade aan hun gezondheid."

Bovenop de hongersnood komt ook nog een koude winter. "Afghanistan kent hele strenge winters. En door de oorlog zijn heel veel mensen ontheemd geraakt: 3,5 miljoen Afghanen hebben geen dak boven hun hoofd, dat is bijna 10 procent van de bevolking. Als ze niet zullen sterven door honger, zal het door de kou komen."

Hulp bevroren

Afghanistan was de afgelopen twintig jaar voor een groot deel afhankelijk van buitenlandse hulp, maar veel daarvan is gestopt of bevroren toen de Taliban deze zomer Kabul veroverden. "Wij houden ons met Hart voor Afghanistan niet bezig met de politieke kant van het verhaal", zegt Aumaj. "Om pragmatische redenen. Wij vinden dat humanitaire hulp losstaat van politiek. De Afghaanse burgerbevolking en de kinderen in het bijzonder mogen natuurlijk nooit slachtoffer worden van de politieke situatie."

De angst bij veel westerse landen is dat hulpgelden in handen komen van de Taliban. "Dat is eigenlijk een non-argument dat vaak geroepen wordt", aldus Aumaj. "Er zitten VN-organisaties in het land, Unicef zit er al 65 jaar. Zij zijn politiek neutraal, zij werken los van de Taliban. Ook de gelden die wij ophalen met Hart voor Afghanistan, gaan naar Unicef. Het enige dat zij wel moeten doen, is soms aan de Taliban toestemming vragen om toegang te verkrijgen. Maar het is wél mogelijk om daar direct hulp te verlenen."

Druppel op een gloeiende plaat

Nederland heeft in augustus al 10 miljoen euro hulp toegezegd en in september kwam daar nog eens 13,5 miljoen euro bovenop. Een druppel op een gloeiende plaat, vindt Aumaj. "Dat is bij lange na niet genoeg als je kijkt naar de grootte van de crisis. De enige oplossing die ik op dit moment zie, is dat er snel een grote hulpactie moet komen. Er is veel gezegd, veel beloofd, maar daar is gewoon weinig van terechtgekomen."

Zelf zet Aumaj zich in ieder geval volop in voor het burgerinitiatief Hart voor Afghanistan. "Met het geld dat we ophalen, bieden we levensreddende hulp in Afghanistan: behandelingen voor ondervoeding voor kinderen. Voor 45 euro kan je een kind weer levensvatbaar maken."