Branden in de wereld: Hoe groot is de invloed van klimaatverandering?
- Nieuws
- Branden in de wereld: Hoe groot is de invloed van klimaatverandering?
Terwijl Californië in lichterlaaie staat en de hele wereld toekijkt, woeden er wereldwijd nog veel meer vernietigende vuren. Hoewel de natuurbranden geen nieuw fenomeen zijn, leiden ze steeds vaker tot een discussie over de mogelijke oorzaak: klimaatverandering. Hoe groot is die invloed nu echt? Guido van der Werf, fysisch geograaf en hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, legt het uit in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Niet alleen Californië wordt geteisterd door catastrofale branden, overal in de wereld woesten er vernietigende vuren. Hoewel klimaatverandering een belangrijke factor is, is het niet de enige oorzaak van de toename aan branden volgens Van der Werf. Hij legt uit dat risicogebieden zich aan de nieuwe realiteit moeten aanpassen: "We zijn het omgaan met brand gewoon verleerd."
Niet de enige factor
De oorzaak van de recente, hevige branden in Californië moet nog worden vastgesteld, maar een natuurlijke oorzaak is al uitgesloten. Toch komen jaarlijks andere soorten branden voor in de staat, de zogenaamde 'seizoensbranden'. Volgens van der Werf zijn deze branden geen nieuw fenomeen. Hij benadrukt dat ze ook voordelen hebben. "Boeren gebruiken ze om na de oogst overgebleven vegetatie te verbranden en zo de nutriënten terug te brengen in de bodem."
'Fire deficit'
Volgens Van der Werf is aan de boomringen te zien dat honderdvijftig jaar geleden bosbranden nog heel normaal waren in de staat Californië. Deze natuurlijke branden waren vaak van lage intensiteit en hielden het landschap open. Echter veranderde dit patroon door inmenging van de mens, die de branden van nature als gevaarlijk ziet en ze stelselmatig blust. Dit leidde tot een ophoping van biomassa, meer bomen en een dichtere begroeiing. "Het gebied kent nu een 'fire deficit', ofwel een tekort aan branden. Wanneer er nu in zo'n gebied brand ontstaat, is het catastrofaal", legt Van der Werf uit.
Extremer
Naast menselijke inmenging speelt klimaatverandering ook een belangrijke rol, voegt Van der Werf toe: "Branden horen in vele landschappen thuis, maar door klimaatverandering verandert het landschap al midden in een seizoen." In Californië regent het normaal gesproken in de winter, maar nu zijn de winters extreem droog.
Ook in gebieden zoals Siberië en Alaska, waar bosbranden eens in de twee- à driehonderd jaar voorkomen, zijn verschuivingen zichtbaar. "De eerste bosbranden waren daar altijd in juli en augustus, maar nu beginnen ze al in april. Ook wordt het brandseizoen er langer en neemt de duur van de perioden van droogte toe."
Wat kunnen we doen?
"Tegen de situatie in Californië is bijna niets opgewassen", zegt Van der Werf. De harde wind, enorme droogte en dichtbegroeide landschappen maken het vrijwel onmogelijk om grote branden te voorkomen. Op lange termijn ziet hij echter mogelijkheden: "Je moet kijken hoe je een landschap inricht. Zo zouden er vaker gecontroleerde branden toegelaten moeten worden onder gecontroleerde omstandigheden of moet de hoeveelheid biomassa verminderd worden." Ook stelt hij voor om natuur en steden duidelijker van elkaar te scheiden: "In plaats van dat de bossen direct overgaan in de stad zoals in Californië nu gebeurt."
Van der Werf benadrukt dat bescherming van inwoners centraal moet staan. "Een van de manieren is door minder bomen in de omgeving te hebben. Heuvelachtige gebieden met veel groen zullen straks plekken zijn waar je geen brandverzekering meer kunt krijgen."