Politieke crisis in Irak

Burgeroorlog

Nuerink vertelde hoe gevaarlijk het werd. "Vanmiddag werd het echt erg. De Irakezen vreesden het ergste: een burgeroorlog. Mensen bleven thuis, gingen niet naar werk. Op de ministeries hebben ze zelfs belangrijke documenten weggehaald en op andere plekken neergelegd omdat ze bang waren dat daar een bestorming zou zijn. Wat er vanmiddag gebeurd is is een beetje onduidelijk. De aanhangers van de twee belangrijkste Sjiitische groepen ruziën vooral om macht en geld. Sinds 2003 is er een systeem ontstaan waarin politici zich verrijken. De een had iemand in dat ministerie die daar wist af te romen en iemand anders had dat op een andere plek. Dat werkte niet meer na de verkiezingen van vorig jaar, doordat boze jongeren opstonden voor het feit dat er bijna geen banen zijn, geen stroom is in een stad waar het wel 50 graden kan worden en de grote armoede die onder de bevolking speelt. Die zorgden voor vervroegde verkiezingen waardoor dat veranderde", aldus Nuerink.

Ayatollah

Andere groepen bemoeiden zich niet met het conflict, zegt Nuerink. "Dit is een interne Sjiitische kwestie. Nu staan de groepen niet meer recht tegenover elkaar. De situatie is dus iets verbeterd. De groepen zijn namelijk vertrokken. Het is afwachten wat er morgen gebeurt. De enige persoon naar wie de Sjiieten luisteren is Ayatollah. Echter is hij al zo verouderd dat het onduidelijk is of hij een rol speelt in de rust die nu ineens heerst. Het is afwachten", eindigt Nuerink.