Arno Visser over overstap van rekenkamer naar lobbyclub: 'Zie het probleem niet'

Dat hij als president van de Algemene Rekenkamer weet waar de zwakke plekken van de departementen liggen, daar is hij het niet mee eens. "Dan zou ik een soort van voorkennis hebben, dus nee." Hij wijst er bovendien op dat zijn werkterrein straks voornamelijk bestaat uit gemeentes en provincies. Zij gaan over bouwlocaties en bestemmingsplannen, zegt hij.

Oneigenlijk?

Voor de zomer publiceerde zijn organisatie een rapport over de bouwplannen van het kabinet. Het is niet aantoonbaar dat het miljard dat in 2020 en 2021 beschikbaar gesteld is, ook daadwerkelijk heeft geleid tot extra woningen. Dit ligt niet bij Den Haag, benadrukt Visser, maar bij gemeentes.

Dat je het ene moment waakhond bent en het andere moment belangenbehartiger, daar is Visser het niet mee eens. "Ik zie de tegenstelling niet. Ik zie het probleem niet." Ten tijde van het rapport over de bouwplannen speelde zijn nieuwe benoeming niet, onderstreept hij. "En ten tweede: iedereen heeft ervaring in z'n leven. Die probeer je in een volgende baan ten nutte te maken? Ik doe toch niet iets oneigenlijks?"

Gevoeliger

Hij benadrukt dat hij geen afkoelperiode heeft. De overstap van minister Cora van Nieuwenhuizen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat naar de branchevereniging voor energiebedrijven lag gevoeliger, erkent hij. "Het onderzoek dat de Rekenkamer doet, is naar beleid dat gemaakt is. Deze discussie verwijst naar een minister die kennis had van beleid dat komen gaat. Nou, daar ben ik als rekenkamer helemaal niet bij betrokken."

Maxime Verhagen is nog tot en met 1 maart voorzitter van Bouwend Nederland. Visser stopt 1 januari bij de Algemene Rekenkamer.