De scholekster is de Nationale Pechvogel

Leefgebieden

Scholeksters weten zich heel goed aan te passen aan de veranderingen in hun leefgebieden, zo leven ze aan de kust, in graslanden en op daken in onze steden. Maar ook die gebieden worden steeds minder leefbaar voor de scholeksters, ook wel bonte piet genoemd. Zo verdwijnen er steeds meer kwelders, waar de scholeksters op broeden, door de zeespiegelstijging. De rond de 10 à 15 % scholeksters die op daken broeden is waarschijnlijk het maximum omdat de daken vol raken. En in de droge weilanden zitten de regenwormen steeds dieper waardoor de scholeksters er niet bij kunnen.

Later maaien

Bij de teruggang van weidevogels draait het voornamelijk om het verlies aan jongen. Ook scholekster jongen zijn net als grutto, kievit en andere weidevogelpullen, het slachtoffer van predatie en het tekort aan voedsel in de voedselloze weilanden. Omdat de scholekster als laatste van de weidevogels jongen krijgt is het gras bijna altijd al gemaaid en is er niks meer te eten. Bruno Ens, van Sovon vogelonderzoek Nederland , die al veertig jaar doet onderzoek naar deze vogel: "Later maaien zou een goed idee zijn. Dan geef je de scholeksterjongen ook een kans om nog voedsel te vinden. En we moeten af van al die groene raaigras weilanden, daar valt bijna niks te vinden voor deze vogels. Kruidenrijke akkers, dat is de oplossing".

Paalwoningen

Om predatie tegen te gaan is het idee van een broedplek op een paal in het water een goed idee voor de scholekster. Veilig hoog en als het zo ver is dan duiken de jongen zo het water in en zwemmen ze naar land. Voor scholeksterjongen is dat geen probleem. Dit is een van de onderwerpen die in het jaar van de scholekster, 2023, nader onderzocht zal worden.