Meerdere meldingen geweest bij mishandeld pleegmeisje Vlaardingen: 'Er is iets grondigs misgegaan'

Tijdens de hoorzitting werd duidelijk dat het meisje haar verhaal niet zou kunnen doen. "Het is dieptriest. Dit meisje van tien is maanden geleden zo dapper geweest dat ze zich durfde uit te spreken tegen extreme misstanden, maar er is geen gevolg gegeven aan haar stem en wens om uit het pleeggezin gehaald te worden," zegt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning in Nieuws en Co. "Dat ze nu niet meer kan navertellen wat er gebeurd is, is uitermate triest."

Instanties verantwoordelijk

Er waren veel instanties bij betrokken, met als belangrijkste de jeugdbeschermingsorganisatie William Schrikker, die verantwoordelijk was voor de veiligheid van het meisje. In 2021 werd ze samen met haar zusje bij haar moeder weggehaald. Ze werd daar mishandeld. In 2022 werd het meisje bij het pleeggezin in Vlaardingen geplaatst en in 2023 werd het ouderlijk gezag van de biologische moeder afgenomen. "Daar is de zwaarste maatregel uitgesproken, een voogdijmaatregel. Die wordt eigenlijk alleen toegepast in situaties waar het thuis ernstig is misgegaan; de moeder raakte de voogdij kwijt." De overheid, in de vorm van een jeugdbeschermingsorganisatie, neemt dan de voogdij over.

Tijdens het verblijf bij het pleeggezin zijn er meerdere meldingen gedaan over de misstanden thuis. Zo kreeg Jeugdbescherming geen toegang tot het meisje. Volgens Bruning hadden er toen al alarmbellen moeten afgaan. "Het is niet uit te leggen en te bevatten hoe dit meisje maandenlang in een extreme en soort sadistische omgeving heeft moeten doorleven. Er was pleegzorg, die mocht wel naar binnen en het meisje ging elke dag naar school," zegt Bruning. "Er is een meldpunt, daar zijn ook meldingen binnengekomen. Er is hier iets grondig misgegaan."

Verandering

Bruning hoopt dat het onderzoek uitwijst wat er mis is gegaan bij deze zaak. "En hoe het kan dat meldingen niet zijn opgepakt en er niet geluisterd is naar de stem van het meisje." Ook hoopt ze dat er wat verandert aan de voogdijmaatregel. Volgens haar is er niemand die toeziet hoe jeugdbescherming de maatregel uitvoert. "Het lijkt toch ook wel dat de jeugdbeschermers de voogdijmaatregel soms als een ondergeschoven kindje zien en minder op bezoek gaan en minder spreken met voogdijkinderen dan met kinderen die net uit huis zijn geplaatst met een ondertoezichtstelling."

Een kinderrechter bekijkt dan minimaal een keer per jaar de ondertoezichtstelling en toetst of de maatregel nog nodig is. "Dan wordt iedereen gesproken, ook het kind. Bij een voogdijmaatregel is dat heel anders, dat kan doorlopen tot je achttien bent, zonder dat iemand meekijkt."