Roep om alternatief voor Lentekriebels: 'Het is te progressief'

De afgelopen jaren is er veel ophef geweest over de Week van de Lentekriebels, de lesmethode die werd ontwikkeld door kenniscentrum Rutgers. Hoewel dit regelmatig door desinformatie kwam, is er vanuit de samenleving behoefte aan een alternatieve methode, zegt Borger, die verbonden is aan het centrum Zorg voor Seksualiteit.

Volgens Borger is er een kleine groep in Nederland die heel orthodox is op het gebied van seksualiteit – bijvoorbeeld in orthodox-christelijke hoek – en een kleine groep die heel progressief is. Daar tussenin zit een brede middengroep. De Week van de Lentekriebels zit volgens haar te veel richting die progressieve groep. "Klassen zijn heel divers, het verschil tussen leerlingen, ouders en leerkrachten is heel groot", zegt ze.

Voorbeelden zijn er te over, vindt ze: "Je hebt een memoryspel met blote piemels en clitorissen en een anticonceptietentoonstelling in groep 7." Haar methode is een stuk minder expliciet. "We werken sensitiever, we sluiten beter aan op de verschillende religies en achtergronden in een groep."

Seksuoloog Peter Leusink is het oneens met Borger dat Rutgers te progressief is. Zeker in de jonge klassen gaat het vooral over respect voor elkaar, zegt hij. "Wat is vriendschap? Wat is verliefdheid? Dat is de basis waarop je verder bouwt in de hogere klassen, hoe je op een veilige manier seks met elkaar kunt hebben", vertelt hij. "Het biedt informatie die elke jongere zou moeten weten. Daarom krijg je het op school, omdat sommige ouders niet in staat zijn dat te geven. Dingen worden open benoemd, dus meisjes leren inderdaad dat ze een clitoris hebben."

'De subsidie is oneerlijk'

Vrijdag zei de minister nog dat de overheid zich niet bemoeit met de inhoud van het lesmateriaal en neutraal is. "Maar dat is niet waar”, zegt Borger. Door slechts de Lentekriebels-methode van Rutgers te subsidiëren, kiest men volgens haar wel degelijk een kant. "Zelfs voor rekenen zijn verschillende methodes. Het is nu een ontzettend ongelijk veld. Ik zou zeggen: geef een deel van het geld aan ons." Dit jaar kozen zo’n 80 scholen voor haar methode.

Leusink is het hier op zich ook wel mee eens: het geld zou anders verdeeld kunnen worden. "De overheid moet faciliteren dat goede lesmethoden worden gegeven." Daar valt de methode van Borger ook onder, zegt hij: "Het is goedgekeurd door het RIVM, dus het is een goede lesmethode."