Ralf vocht tegen IS en geniet nu van de vrijheid thuis

In Met het Oog op Morgen vertelt luitenant-kolonel Ralf uitgebreid over hoe hij de missie heeft beleefd. Uit veiligheidsoverwegingen wordt hij alleen bij zijn voornaam genoemd. Als coördinator op de grond leidde Ralf het hele Nederlandse kamp in Jordanië.

De missie

"De F-16's stegen dagelijks op", zegt Ralf. "De ene dag waren dat er vier, de andere twee, en zo ging het de hele week door." Piloten werden ingezet voor veel verschillende soorten vluchten. Zo waren er zogeheten 'close air support-missies'. Dan gaf de piloot steun aan troepen die op de grond actief waren. Het vliegtuig zorgde dan voor een afschrikwekkende functie die moest voorkomen dat IS de troepen aanviel. Bij andere missies werden ook gerichte aanvallen uitgevoerd.

De inzet van de Nederlandse F-16's werd ingepland vanuit Qatar. Daar is een kantoor gevestigd waar de landen van de internationale coalitie tegen IS een vertegenwoordiger hebben. "Nederland biedt een aantal (vlieg)uren aan bij de coalitie. Uiteindelijk wordt vanuit daar bepaald waar vliegtuigen ingezet worden en voor hoe lang."

De vijand

Ralf vind het moeilijk om aan te geven hoe je strijders van IS herkent. "Je weet waar de eigen strijdgroepen zijn en dus ook waar de tegenstander is. Als ze zich strijdend opstellen, of ze rijden met een IS-vlag op hun auto, dan wordt het relatief makkelijk om het te bepalen. Honderd procent zeker ben je niet."

Aan een daadwerkelijke aanval gaat heel veel overleggen vooraf. Er is aan één stuk door contact tussen de F-16-piloten, de grondtroepen en het coördinatiecentrum. Daar hebben ze extra beelden van onbemande drones, waarmee extra gecheckt kan worden of het doelwit ook echt alleen uit IS-strijders bestaat.

Na een missie van de piloten wordt erg zakelijk geëvalueerd bij terugkomst. "De hele missie wordt functioneel besproken. Zijn de procedures goed gedaan en hebben we de missie uitgevoerd zoals van ons gevraagd is. Uiteindelijk komt het gevoelsgedeelte later. Vervolgens zijn er dan, zeker als we weer in Nederland zijn, mensen die ons daar professionele hulp bij geven."

Volgens luitenant-kolonel Ralf hebben Nederlandse vliegtuigen geen burgers gedood. "Meestal hoor je alleen maar als het niet goed zou zijn geweest. In onze gevallen heb ik dat nooit gehoord, dus hebben we de goede doelen aangevallen."

De terugkomst

Eenmaal terug in Nederland is Ralf trots op wat de internationale coalitie heeft bereikt. Islamitische Staat is ver teruggedrongen. Waar de F-16's in het begin missies hadden in grote delen van Irak en Syrië, was dat aan het einde nog maar een klein gebied. Behoefte om veel over zijn missie te praten heeft Ralf niet. "Ik heb nog steeds het gevoel dat ik het juiste heb gedaan en zolang ik dat gevoel heb, heb ik er geen moeilijke gevoelens bij."

Hoewel het leven in Nederland weer heel 'gewoon' aanvoelt voor de luitenant-kolonel zijn er altijd dingen waar je weer aan moet wennen. "Mensen praten druk over het weer en boodschappen doen. We lezen de gewone dingen in de krant, terwijl we net op uitzending zijn geweest en daar moesten beslissen over leven en dood."

Gelukkig went Ralf heel snel aan het normale Nederlandse leven. "Misschien besef ik soms iets beter hoe je kan genieten van het simpele in Nederland en je soms maar druk moet maken om het weer, omdat andere mensen ervoor gezorgd hebben dat de ellende iets verder weg van ons gebleven is."