Een grote groep Nederlanders is gestopt met sporten: 'Ik maak me grote zorgen'

Tijdens de coronapandemie konden we allemaal minder sporten. Er werd veel thuis gesport, maar onze favoriete sportclubs moesten voor een langere tijd gesloten blijven. Nu alles weer open is hebben veel mensen hun weg naar de sportschool weer gevonden, maar er is ook een grote groep mensen die het sporten niet meer heeft opgepakt. Ruim 700.000 mensen die vóór de pandemie wekelijks sportten, doen dat nu niet meer. Dat concludeert sportkoepel NOC*NSF in een jaarlijks rapport over sportende Nederlanders.

Volgens Jelle Schoemaker ligt dat aan de sluiting van de sportscholen. Mensen raakten hun vaste routine kwijt en het is ze nog niet gelukt om die weer op te pakken.

Jongeren

Jongeren van 13 tot 18 jaar zijn de grootste afhakers, zo blijkt uit de cijfers. Ondanks dat alles weer kan en mag, blijven ze weg bij de sportverenigingen. Schoemaker kan dat goed verklaren: ''Wat voor de 13- tot 18-jarigen nog extra meespeelt, is dat ze veel andere afleidingen hebben waar ze mee experimenteren. Dat is echt een fase waarin je aan het ontdekken bent wat bij je past.''

Wake-up call

Toch zijn er volgens Schoemaker ook mensen die meer zijn gaan sporten door de pandemie: ''Het was ook een wake-up call. Je zag mensen ook meer gaan bewegen omdat ze door corona zagen dat gezondheid toch ook wel heel belangrijk is. Vooral theoretisch geschoolde mensen ervaarden dat zo, praktisch geschoolde mensen hadden er wat meer moeite mee om weer in de routine te komen en het belang van sport en bewegen te zien.''

Dat zoveel mensen minder zijn gaan sporten, is wel zorgelijk, vindt Schoemaker: ''We weten allemaal dat bewegen heel erg goed is, maar dat het best wel lastig is om het in je dagelijkse routine te krijgen. Als we aan de beweegnorm voldoen, hebben we minder kans op ernstige ziektes.''

Basketbal is wél populair

Een concrete oplossing is er nog niet, daar is meer grootschalig onderzoek voor nodig. Maar er is één sport die er wél in slaagt om die jongeren van 13 tot 18 meer te laten bewegen: basketbal blijkt razend populair. De Basketbalbond is de enige vereniging waar het aantal leden tussen de 13 en 18 jaar stijgt, wel tot 28%.

Maarten Hoffer, directeur van de Nederlandse Basketbalbond, legt uit waar het aan ligt: ''Je moet niet óver maar mét jongeren praten. En je moet ze opzoeken. Niet alleen bij de vereniging, maar juist ook in de wijk.'' Daarnaast worden de jongeren ook echt betrokken bij het proces en krijgen ze zelfs een eigen rol: ''We zorgen ervoor dat we jongeren in deze leeftijdsgroep opleiden tot leader van hun wijk, samen met de stichting 3X3 Unites. Die jongeren organiseren op hun veldjes en pleintjes basketbalactiviteiten, en dat blijkt wel een goede opstap naar een vereniging te zijn.'' Als jongeren eenmaal aangesloten zijn bij een vereniging, is het volgens Hoffer makkelijker om ze weer in een vast sportritme te krijgen.

Identiteit

Ook lifestyle speelt een grote rol, vertelt Hoffer: ''Basketbal is niet alleen een sport, maar ook een onderdeel van de lifestyle van de jeugd. Je kan prima op je basketbalschoenen naar school. Dat doe je niet op je voetbalschoenen of op je hockeyschoenen. Ook muziek en dans hoort erbij - het is een hele mooie cultuur. Echt een lifestyle en een onderdeel van een identiteit, wat weer heel erg past bij deze leeftijd.''