Thuiswonende jongvolwassenen hebben woonschaamte: 'Voldoen niet aan sociale norm'

"We hebben gekeken naar 18- tot en met 30-jarigen. Die woonschaamte is vooral aanwezig bij de wat oudere thuiswoners, dus 25 tot en met 30 jaar", weet Vrieselaar.

"Van die groep woonde twintig jaar geleden 13 procent nog bij de ouders, afgelopen jaar was dat 18 procent. Dus het neemt wel toe."

Sociale norm

"Steeds meer jongvolwassenen wonen thuis dan vroeger. Vanaf een bepaalde leeftijd gaat die woonschaamte spelen. Dat kan te maken hebben met een sociale norm waar je niet aan voldoet, want vanaf 24 jaar woont de meerderheid van de Nederlanders niet meer bij de ouders", zegt Vrieselaar.

"De meest genoemde grote rol is: 'ik kan een geschikte woning niet betalen'. We concluderen daaruit dat die wooncrisis met de hoge huizenprijzen en het schaarse aanbod, invloed heeft op de groep die bij z'n ouders woont", aldus Vrieselaar.

Minder zelfstandigheid

"Er zijn studies die laten zien dat als je later uit huis gaat, dat je ook op andere vlakken later zelfstandig wordt. Denk aan financiële zelfstandigheid, maar ook dat het moeilijker gaat om relaties te vormen", stelt Vrieselaar.

"Enerzijds zien we dat bijvoorbeeld de basisbeurs voor studenten dit jaar is teruggebracht. Je zou verwachten dat studenten weer vaker op kamers gaan. Anderzijds stijgen de huizenprijzen weer hard en zakt de woningbouw in. Dus als je het hebt over die onbetaalbaarheid en onvindbaarheid van geschikte woningen, dan stemt dat eigenlijk wel somber", vertelt Vrieselaar. "Dan gaan deze thuiswonenden en woonschaamte nog wel bij ons blijven."