Taalontwikkeling jonge kinderen na coronapandemie aanmerkelijk slechter

De woordenschat van twee- en driejarigen is na de coronapandemie een stuk kleiner geworden, vergeleken met ervoor. Van der Klis: "We weten dat kinderen heel veel leren van andere mensen en andere situaties. Kinderen leren niet alleen van hun ouders, maar ook van hun opa en oma en bijvoorbeeld van vriendjes maken. Het is belangrijk dat een kind veel verschillende gesprekspartners heeft."

Ook maakt het uit of een kind in verschillende situaties terechtkomt: "Met een kind naar de dierentuin gaan, of naar het park, de speeltuin, het zwembad, het zijn heel verschillende situaties waar het kind andere woorden leert." Het wegvallen van verschillende situaties en gesprekspartners heeft een negatieve invloed gehad op de woordenschat van deze groep.

Baby’s met een achterstand

De sociaal-emotionele ontwikkeling van hele jonge baby's is ook lager dan voor de pandemie. "Dat hebben we gemeten door ouders vragenlijsten te laten invullen. Die bevatten vragen zoals: 'Als je kindje overstuur is, kan ze dan snel kalmeren, huilt ze veel, is ze angstig?'. Hoe meer boxjes je daarvan aanvinkt, hoe hogere score het kind haalt op sociaal-emotionele problemen."

Het is lastig te zeggen waar dat aan ligt, het kan vermoedelijk te maken hebben met stress van de moeder tijdens de zwangerschap, of stress binnen het gezin, vertelt Van der Klis. Dat is niet bevorderlijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een jong kind.

Veel invloed op de ontwikkeling

"De hele vroege woordenschat heeft veel invloed op hoe een jong kind zich ontwikkelt, of het bijvoorbeeld vrienden maakt en dus sociale vaardigheden leert, om lessen te begrijpen op school", stelt Van der Klis. "We hopen dat er met bewustwording meer ondersteuning komt voor deze groep."