Sporters kunnen beter vóóraf een ijsbad nemen

Het zijn niet de minsten die zich laten verleiden door de verlokkingen van verkoeling na inspanning. Schaatsers waren er de afgelopen jaren dol op. De spelers van het Italiaanse elftal duiken na een wedstrijd in een zogenoemde cryosauna met een temperatuurtje van -110 graden Celcius. Voetbalclub Leicester City overweegt zelfs om een speciale cryotherapieruimte in te richten in de kleedruimte van de club.

De onderbouwing klinkt heel logisch: spierpijn is een soort ontstekingsreactie, en de kou remt die ontstekingsreactie. Maar als je echt gaat meten, vertelde thermofysioloog Hein Daanen onlangs in De Kennis van Nu, dan vind je die effecten niet terug.

Schaatsers bijvoorbeeld geven wel aan dat koudebaden na de inspanning tot minder stijve spieren leidt, maar dat komt lang niet altijd tot uiting in betere prestaties. En voor zover die betere prestaties wél werden gevonden, was het moeilijk om het placebo-effect uit te sluiten.

Wat wel helpt: precooling, oftewel vooraf koelen. Althans, bij duursporters. Als die voorafgaand aan een wedstrijd hun spieren koelen, dan verbetert hun prestatie meetbaar. Kennis van Nu-presentatrice Elisabeth van Nimwegen ondervond het aan den lijve.

Hein Daanen was woensdag te gast bij Nieuws en Co op NPO Radio 1, waar hij vertelde over zin en onzin van ijsbaden en cryosauna’s.