Een Spaans feest zonder winnaars
- Nieuws
- Een Spaans feest zonder winnaars
In Vielha val d’Aran komt de Riu Nere dartel naar beneden. Het riviertje trekt frisse schuimkopjes over de rotsen ter hoogte van de Carrer Major. Vlakbij is de bar met de tapas en het bier. De Tour de France is voor een dag in Spanje, aan de zuidelijke voet van de Pyreneeën, gebergte dat hoog boven nationaliteiten staat, maar wel een grens vormt, ook in beleving.
Ik zag hoe vrolijk de Spaanse mensen zijn. op de mooie wandelkade langs de rivier, midden in het middeleeuwse deel van Vielha, maar ook aan de toog vol Spaanse hapjes. Ze vierden het leven, zoals ze dat alleen in Spanje doen. Geen trekken van verdriet, geen woord meer over het voortijdig vertrek van het Spaanse voetbalelftal van het Europees Kampioenschap in Frankrijk. Verloren van Italië: niet meer over praten. Het is beter om met elkaar te zijn, om samen Spaans te zijn in Vielha.
Ik kon ook niet aan de mensen zien dat ze erg leden over nieuw tijdverlies van Alberto Contador, of de positie van Alejandro Valverde. Ook in Vielha zijn ze er mee verzoend dat er geen Spanjaard beschikbaar is om de Ronde van het bovenbuurland te winnen.
Ze hebben een roemruchte traditie, dat zeker. De eerste grote was El Quijote. Hij meende dat hij een renner was die met de snelheid van windmolens kon winnen in de mouw van het Normandië van Willem de Veroveraar. Daarom noemde hij zich de man van La Mancha. Zijn trouwe knecht, Sancho Panza, leverde hem veel rode wijn en nam zelf ook graag van deze doping. De bedenker van dit alles, de schrijver Miguel de Cervantes meende dat dit toch al te gek was en maakte een ridder van zijn avontuurlijke edelman.
Zonder dwaasheid is de herinnering aan grote Spanjaarden in de Tour, zoals Federico Bahamontes, bijgenaamd de Adelaar van Toledo, volgens het oude gebruik om renners bijnamen te geven uit dierentuinen. Een aantal jaren geleden was Federico nog te gast in de Tour. Keurig in het pak zette hij in het Village Départ zijn handtekening. Het was meer dan een signatuur, maar een mooi getekende adelaar.
Pedro Delgado was de eerste Spanjaard die ik als verslaggever van dichtbij meemaakte. In 1988 kon hij nog net de Tour winnen, ondanks gebleken gebruik van een maskeringsmiddel voor testosteron. Door de volgers werd hij verder Pedro Drogado genoemd. Hij heeft later nog veel televisiewerk gedaan als deskundige, net als Richard Virenque, Laurent Jalabert en Danny Nelissen nu. De bekentenissen voorbij zijn het knappe kenners, in het licht en in het duister.
Miguel Indurain blijft ondergedoken in de zee van stilte die hij altijd was, met vijf tourzeges die nooit echt diepgaand op bloedbedrog zijn nagegaan. Hij leeft er sereen mee, bijgenaamd El Rey, deze Miguel de Zwijger.
Alberto Contador is voor het eendaagse Touruitstapje naar zijn thuisland weer schotloos gebleven als Pistolero. Net als Quintana en Valverde had hij het nakijken bij de wonderlijke vlucht van Chris Froome in zijn acrobatische daling naar Luchon. Ernstige volgers vonden het riskant wat hij deed. Het was toch meer dan een frifroomiteit, want fameus spektakel bergaf dat niemand verwacht had. Komende middag moet hij op de streep van Andorra Arcalis alleen maar naast zijn fiets op zijn handen gaan staan als directeur van Froomes Flying Sky-Circus.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Tour de Jeroen
Jeroen Wielaert is voor de dertigste keer onderweg in Frankrijk. Hij vertelt eigenzinnige omgevingsverhalen over de culturele en sportieve kruispunten van de Tour de France. Waar de Grote Ronde komt, is hij al geweest...