ADO Den Haag dark horse voor de play-offs?

Aanstaande woensdag is Vitesse de eerste horde die Alfons Groenendijk en consorten moeten nemen. Mocht het tweeluik na de return op zaterdag winnend worden afgesloten zal FC Utrecht of sc Heerenveen in de finale de degens kruisen met ADO Den Haag.

Vitesse zal de borst nat kunnen maken, want ADO heeft met Bjorn Johnsen een spits in grootse vorm. De Noor scoorde zeven keer in zijn laatste zes Eredivisieduels en werd met negentien goals de meest scorende ADO-speler in een Eredivisieseizoen sinds Dmitry Bulykin in het eerder besproken seizoen 2010/11 (21 goals). Johnsen nam echter geen enkele strafschop, Bulykin benutte er destijds vier. E

nkel Carol Schuurman (24 in 1957/58) maakte ooit meer doelpunten exclusief strafschoppen namens ADO in een Eredivisieseizoen dan Johnsen (19), en dat is imposant te noemen. Één van de Haagse wapens is de standaardsituatie. ADO Den Haag kwam dankzij de goal van Lex Immers tegen Roda JC tot tien doelpunten uit cornersituaties dit Eredivisieseizoen, enkel PSV (15) had er meer (AZ ook 10). Abdenasser El Khayati creëerde met zijn fijne trap 48 kansen uit dode spelmomenten dit Eredivisieseizoen, en laat daarmee erkend specialisten Hakim Ziyech (46) en Mason Mount (41) achter zich. Geen speler creëerde in de Eredivisie 2017/18 zoveel kansen uit standaardsituaties als El Khayati.

Ajax toont wederom veerkracht

In een wedstrijd waar niet veel meer op het spel stond sloot Ajax het seizoen af met een 1-2 zege tegen Excelsior op bezoek in Rotterdam. Trainer Erik ten Hag koos voor een experimentele 3-4-2-1, een keuze die voor rust nog niet tot het gewenste resultaat leidde. Ajax keek namelijk na twintig minuten al tegen een achterstand aan na een misverstand tussen Kostas Lamprou, die voor het eerst onder de lat stond bij Ajax in de competitie, en Matthijs de Ligt.

De aanvoerder werd daarmee de jongste Ajacied ooit met een eigen doelpunt in de Eredivisie (18 jaar en 267 dagen). Geheel in lijn met het huidige seizoen wisten de Amsterdammers echter de 1-0 achterstand om te buiten in een overwinning. Het was al de tiende keer dat Ajax won na het openingsdoelpunt te hebben geïncasseerd, een all-time Eredivisierecord voor een team in één seizoen.

Daarnaast pakte de ploeg dit seizoen meer punten (30) na een achterstand dan elke andere ploeg in één seizoen in de Eredivisiehistorie. Aan veerkracht geen gebrek dus bij de Amsterdammers, die ditmaal via doelpunten van Justin Kluivert en Kasper Dolberg met de drie punten naar huis gingen. Kluivert maakte zijn tiende van het seizoen en hielp Ajax daarmee aan nog een bijzondere statistiek: voor het eerst sinds het seizoen 1972/73 (toen Rep, Cruijff, Keizer, Haan en Gerrie Mühren) maakten vijf Ajax-spelers minimaal tien doelpunten in één Eredivisieseizoen (naast Kluivert ook Huntelaar, Neres, Schöne en Van de Beek).

Doet FC Dordrecht ‘t weer?

Miraculeus ontsnapten de Schapenkoppen gisteren tegen SC Cambuur. De 1-4 thuisnederlaag leek, zeker met de 1-0 achterstand bij rust, onoverkomelijk. Maar de ploeg van trainer Gérard de Nooijer deed het onmogelijke en scoorde liefst vier keer, waarna zij de strafschoppen beter namen dan de Friezen.

De aanvallende dadendrang van Dordrecht uitte zich in een spervuur aan doelpogingen richting de goal Erik Cummins. Voor de thee schoot Dordrecht slechts vier keer, maar geen enkele keer hoefde Cummins in actie komen. Na de onderbreking ondernam Dordt liefst vijftien keer een doelpoging, waarvan acht keer tussen de palen. Vier keer kon Cummins succesvol handelend optreden, vier keer moest hij vissen.

Toch is het, over 210 minuten voetbal gezien, niet zo miraculeus als het lijkt dat Dordrecht de scalp van Cambuur uiteindelijk verzamelde. Ook in het heenduel was FC Dordrecht namelijk aanvallend vele malen actiever dan SC Cambuur. Dinsdag schoot Dordrecht twintig keer, waarvan één keer succesvol, terwijl vier van de tien doelpogingen tegen eindigden in een tegengoal.

Over de twee gehele duels gezien schoten de Schapenkoppen 44 keer (25 keer van binnen het strafschopgebied), 35 keer kreeg het een doelpoging te verwerken (20 keer van binnen de zestien). Denis Mahmudov was de grote man, door tussen de 71e en 73e minuut de 1-2 voorsprong uit te breiden naar de benodigde 1-4. Met liefst negen doelpogingen tegen Cambuur was hij van groot belang in het eerste tweeluik, en lijkt hij de aanjager te zijn die Dordrecht nodig heeft in de strijd om de finaleplek.