Van 'awful players' tot Russische helden, al is het maar voor even
- Nieuws
- Van 'awful players' tot Russische helden, al is het maar voor even
[NOS] Alsof het zo moest zijn. Drie weken geleden, tijdens mijn eerste dagen in Sint Petersburg, passeerde ik toevallig een kunstgrasveldje, ingeklemd tussen de statige gebouwen. Ik sprak daar, zo goed en zo kwaad als het kon door de taalbarrière, met voetballende jongeren over het verwachtingspatroon voor de nationale ploeg en één woord bleef mij bij: awful.
De Russen gruwelden van wat hun nationale trots zou moeten zijn! Diezelfde avond bleek na de 5-0 overwinning op Saoedi Arabië dat niemand zo wispelturig is als de voetbalfan, getuige de toeterende auto’s op straat.
Nu zijn we drie en een halve week verder en loop ik in Sochi opnieuw langs een kunstgrasveld. En weer wordt daar een balletje getrapt door wat Russische tieners. Ik vraag hen naar het verwachtingspatroon. En krijg als antwoord: we gaan winnen van Kroatië, we gaan een gooi doen naar de titel.
Twee klinkende zeges in de groepsfase en vooral de spectaculaire uitschakeling van Spanje, na strafschoppen in de achtste finales, hebben wonderen gedaan met het Russisch gemoed. Het defaitisme heeft plaatsgemaakt voor -niet eens voorzichtig- optimisme, gecombineerd met een enorm fanatisme, gekoppeld aan een flinke dosis patriottisme.
Dat blijkt deze avond in het Fisjt-stadion van Sochi. Op het plein voor de voetbaltempel zingen fans Russische traditionals. Nagenoeg iedere Russische wang is beschilderd met de wit-blauw-rode vlag. Het ‘Russia, Russia!’ rolt al ver voor de aftrap van de tribunes. Het volkslied voorafgaand aan de wedstrijd wordt uit volle borst meegezongen. Dat zeg ik met gevoel voor understatement. Ik voel de spuugspetters van Russische operazangers in opleiding achter mij nog in m’n nek. Mijn trommelvliezen zeggen niet blij te zijn met de hoeveelheid decibellen die in de 360 graden rondom mij wordt geproduceerd.
Dat het nog heftiger en nog intenser kan, blijkt als het Russische droomscenario zich afspeelt. Een doelpunt. Uitzinnig van vreugde springen en dansen mensen om mij heen. Een Russische dame rent op mij af en omhelst mij met een zielsgelukkige lach op haar gezicht. Ze geeft de man met microfoon een dikke kus op z’n wang. En even later ondergaat mijn buurman hetzelfde lot.
Tijdens de rust, Kroatië is inmiddels op gelijke hoogte gekomen, spreek ik een man die een heilig geloof heeft in de zege. Sowieso is verliezen geen optie. Hij is met de trein van Sint Petersburg naar Sochi gekomen. Een reis van 40 uur over een afstand van 2300 kilometer. Alleen maar om de hervonden trots van Rusland in actie te zien. Hij is niet van plan om met een slecht humeur de terugreis te aanvaarden.
Het goede nieuws voor de Russen is dat ze in ieder geval nog een moment van gelukzaligheid mogen beleven, als hun ploeg ver in de verlenging weer op gelijke hoogte komt met Kroatië. Het slechte nieuws is dat de penaltyloterij, die het land een ronde eerder tegen Spanje nog in vervoering had gebracht, dit keer in het voordeel uitpakt van Kroatië. En dan is het ineens einde verhaal.
De vrouw die mij eerder nog om de hals vloog, zit nu stilletjes op haar stoel, de handen voor het gezicht geslagen. De man die als een Luciano Pavarotti-in-de-dop het volkslied had meegezongen, doet er nu het zwijgen toe. Zijn ogen zijn betraand. Een Rus die voor de gelegenheid zijn tsaar-outfit heeft aangetrokken, met mantel en kroon, zegt ondanks de uitschakeling heel trots te zijn op de ploeg. Die heeft het land bijeen gebracht, zegt hij. ‘They fight, fight, fight’. Een voorbeeld voor iedereen, vindt de pseudo-tsaar.
Terwijl wij praten, vanuit mijn ooghoek zie ik een oudere man staan. Klein van stuk, stevige bierbuik, waterige ogen. Hij heft in zijn eentje een Russisch lied aan. Eerst nog wat aarzelend, maar met steeds meer overtuiging en volume. Niemand zingt mee, maar als de man afsluit met een luid ‘Russia, Russia!’ krijgt hij volop bijval.
Zal het blijven, die trots op de nationale voetbalploeg, ook als de emoties van een meeslepende avond in het Fisjt zijn bezonken? Een korte nacht later drink ik een kop koffie in de bar op het vliegveld. De ober komt aanlopen. De Russische vlag staat nog altijd op zijn wang.