Rondom het peloton | De kudde gaat weg uit Laissac

Wat mij betreft gaat de Tour deze zondag weg uit de aankomstplaats van gisteren: Rodez. Op weg naar Laissac kwam ik door het oude centrum en reed recht op de massieve, rossige kathedraal af. Ze zijn al wel eens weg gereden voor deze imposante constructie langs. Ik herinner me de start van de dertiende etappe in 2010, Rodez-Revel. Die morgen ging Lance Armstrong al tijdens de neutralisatie onderuit. In zijn allerlaatste Tour viel hij ongeveer even vaak als Alberto Contador in deze ronde.

In Laissac is niets imposant, behalve de Foirail Bovins. Het is een enorme veehal met een gevleugeld dak. Daaronder staat een grote hoeveelheid stalen stellingen. Ze waren gisteren leeg, toen ik kwam kijken. Komende dinsdag zal het weer volstromen met allerhande runderen, net als de Foirail Brébis, de Ooienbeurs er tegenover. Voor die hal gaan ze om 13.00 uur weg en dan fietsen ze linksaf voor die Foirail Bovins langs.

Vreemd is het wel. Gaan ze voor één keer weg uit dit veecentrum, is er geen koe te zien. Laissac pronkt alleen met de opstallen, niet de handel. Het is goede Tourpubliciteit, maar het had beslist gezorgd voor extra ambiance: Fabio Aru, Chris Froome, Romain Bardet, Laurens ten Dam en alle anderen, weg rijdend onder begeleiding van een koor van loeiende koeien. Nu zal het blijven bij het geluid van de volgers, elkaar na blatend als een horde schapen. Lekker mekkeren over de intriges bij Sky, of over het uitblijven van Nederlandse successen.

Helemaal uniek is het niet. De Tour de France van 1996 vertrok van bij de Veemarkthallen in Den Bosch. Ook daar was toen geen vee te bekennen, maar het rook er nog wel penetrant naar. Die stank hangt nu niet in Laissac. Er is ook geen kwade reuk rond het peloton – nog geen berichten over Clenbuterol, zelfs geen 0,00000001 milligram.

Het peloton is al vaak genoeg vergeleken met een kudde wilde beesten. Daarom is het goed om een keer te vertrekken uit Laissac Sévérac L’Église.