Vier dingen die opvallen aan Nederland voor iemand die 40 jaar weg was

Nederlanders zijn pessimistisch

Ten Tusscher merkt dat veranderingen in Nederland vaak schoksgewijs gaan. "Daar kwam ik al achter toen ik in Noorwegen zat. Daar gaat alles rustig en gezapig, ook omdat de economische welvaart heel groot was, maar in Nederland veranderen dingen sneller”, vertelt ze.

In Nederland zijn we sinds de economische crisis (zo’n 15 jaar geleden, red.) bang voor de toekomst, merkt ze: "In Noorwegen weten ouders nog steeds dat hun kinderen het beter krijgen dan zijzelf, maar in Nederland is dat verdwenen. Dat is wel een basisconditie voor mensen. Ik zie in alle landen waar ik gewerkt heb, dat mensen hard werken om hun kinderen een betere toekomst te geven."

Nederlanders hebben hoge verwachtingen

Nederlanders hebben dan ook wel hoge verwachtingen van het leven, denkt Ten Tusscher. "In Bulgarije zag ik dat mensen veel meer houtje-touwtje leven. Ze zijn veel afhankelijker van hun gemeenschap. Dat is niet per se religieus, maar je familiegemeenschap die jou ondersteunt en die jij ook moet ondersteunen", zegt ze.

Dit zorgt voor een flagmatieke houding, merkte ze: "Mensen denken: ach, we zien wel. We hebben al zoveel veranderingen gezien de afgelopen jaren."

Nederlanders houden van plannen

Nog zo’n typisch Nederlands ding: plannen maken en je eraan houden. Als ambassadeur merkte Ten Tusscher dat dat in andere landen vaak veel minder zo goed. "Ik was in Bangladesh en daar sprak ik met de minister van Water. Dan vroeg ik: wat zijn je plannen? Dan komen ze wel met plannen, maar vooral omdat ze weten dat wij dat willen horen, maar de plannen zijn heel flexibel en die gaan soms weer een andere kant op. Dat is voor Nederlanders heel moeilijk."

Ten Tusscher noemt dit een 'lineaire' houding van Nederlanders: als wij iets doen, willen we resultaat zien. "In heel veel landen denken ze veel meer circulair. Men kan ook accepteren dat de vooruitgang soms een paar stappen teruggaat."

Nederlanders hebben een blinde vlek voor religie

De wereldbevolking is ongeveer voor 85 procent religieus. Dat is veel hoger dan in Nederland, waar het iets meer dan 40 procent is. Ten Tusscher is tegenwoordig religiegezant. "Ik zeg altijd tegen collega’s: wij zijn de minderheid, niet zij! We zijn goede ambassadeurs als we niet alleen wat over politiek en cultuur weten, maar ook over de religie, want het speelt een belangrijke rol in de landen waarin wij werken."

Veel Nederlanders – vooral de ouderen – hebben een blinde vlek, vindt ze. "Bij jongeren merk ik wel veel meer interesse. Die vinden zingeving vaak iets moois", zegt ze.