Politie weet voortaan binnen 3 dagen van wie DNA is

Bij een moord of ander misdrijf wordt de plaats delict binnenste buiten gekeerd door forensisch rechercheurs. Ze zijn op zoek naar bloed, haren, speeksel of kledingvezels van mogelijke verdachten. Door de Snelle Identificatielijn krijgt de recherche al binnen drie werkdagen voorlopige DNA-resultaten van het NFI teruggekoppeld, inclusief de namen van mogelijke verdachten. Voorheen duurde dit proces vier tot zes weken. De tijdswinst blijkt van grote waarde voor de opsporing.

DNA op vuurwapen

Inmiddels werken de politiekorpsen Rotterdam, Den Haag, Midden-Nederland, Noord-Holland en Amsterdam met deze nieuwe methode. Sebastiaan Veelenturf van de Forensische Opsporing in Den Haag deelt een voorbeeld uit de praktijk: "Een verdachte ontkende dat hij het vuurwapen had gebruikt. Volgens hem kon zijn DNA daar niet op zitten. Nu wisten we al binnen drie dagen dat er wel degelijk op meerdere plekken op het vuurwapen DNA van hem zat." Hij benadrukt dat snelle resultaten cruciaal zijn: "We kunnen echt snel doorpakken en voorkomen dat de buit wordt weggemaakt. Wat inbrekers wel eens doen, bijvoorbeeld."

Veelenturf legt verder uit hoe het proces werkt: "We gaan heel gestructureerd te werk. We proberen eerst te oriënteren: waar is die dader allemaal geweest? Hoe ziet die plaats delict eruit? Pas dan ga je een plan van aanpak maken." Deze aanpak zorgt ervoor dat DNA sneller kan worden veiliggesteld en geanalyseerd zonder kwaliteitsverlies. De verwachting is dat de Snelle Identificatielijn uiteindelijk landelijk wordt uitgerold.