Wie komt er nog op voor de Palestijnen?
- Nieuws
- Wie komt er nog op voor de Palestijnen?
[EO] In zijn column schrijft historicus Arend Jan Boekestijn regelmatig over geopolitiek. Dit keer neemt hij het conflict tussen Israël en de Palestijnen onder de loep. De oorlog komt Netanyahu én Hamas goed uit, stelt hij, en de Palestijnen zijn het kind van de rekening.
In Europa Draait Door bespreekt Boekestijn elke week met Tim de Wit het laatste (geo)politieke nieuws in de Europese Unie en daarbuiten. Morgen zal ook het conflict tussen Israël en de Palestijnen besproken worden.
Onbestuurbaar
Israël is al twee jaar onbestuurbaar. Zelfs na vier verkiezingen slaagde Bibi Netanyahu er niet in om een rechtse coalitie te vormen die gesteund wordt door een parlementaire meerderheid. En toen gebeurde er iets waar zowel Netanyahu als Hamas zenuwachtig van werden. Israëlische politici begonnen namelijk de mogelijkheden te verkennen om een nationale coalitie te vormen zonder de Likoed-partij van Netanyahu. Onder het leiderschap van de seculiere centrum politicus Yair Lapid en de religieus rechtse politicus Naftali Bennett werd er voor het eerst in de Israëlische geschiedenis getracht een kabinet van nationale eenheid te vormen die niet alleen zou bestaan uit Israëlische joden maar ook uit Israëlische Arabische islamisten. Een politieke doorbraak van jewelste.
Mogelijkheden
In Israël hebben de linkse partijen al twintig jaar geen meerderheid. In maart kreeg het centrumlinkse blok 38 zetels en de Arabische partijen 10. Samen met de Arabische partijen heeft links dus slechts 48 zetels terwijl een meerderheid 61 zetels vereist.
Israël kent in principe wel een rechtse meerderheid van 72 zetels. Netanyahu kan die echter niet allemaal verzilveren. Zijn partij Likoed is inmiddels gekrompen tot 30 van het totale aantal van 120 zetels. De overige 42 zetels van het rechtse blok worden gedeeld door zes partijen uit het rechtse tot religieus-orthodoxe spectrum. Samenwerking met deze zes partijen is voor Netanyahu niet eenvoudig.
In de eerste plaats stemmen de twee orthodoxe partijen (16 zetels) alleen volgens rabbinale richtlijnen. Ten tweede, hebben de leiders van de overige vier partijen (26 zetels) een probleem met Netanyahu. Avigdor Lieberman (Israël Betenoe), Naftali Bennett (Yamina) en Gideon Sa’ar (Nieuwe Hoop) kennen Netanyahu immers maar al te goed. Zij hebben met hem samengewerkt, hetzij in zijn team, hetzij als minister. Allen hebben ervaren dat er onder een grote eik weinig groeit. Dit heeft geleid tot verdeeldheid in het rechts blok waardoor Lieberman, Bennett en Sa’ar stemmen van Likoed hebben afgesnoept.
Coalitie zonder Likoed
Netanyahu kon de politieke impasse niet doorbreken en zijn tegenstanders Yair Lapid, Benny Gantz (Blauw-Wit), Naftali Bennett en Gideon Sa’ar begonnen een coalitie te vormen zonder Likoed, onder de slogan 'Herstel, Eenheid en een Rechte Weg'. Deze partijen hebben echter slechts 38 Knesset zetels achter zich en moeten dus nog minstens 23 zetels elders zien te verwerven om een meerderheid te halen. Om dat te bereiken moeten zij ofwel een compromis moeten sluiten met de orthodoxe partijen ofwel met de Arabische Ra’am-partij. Op 9 mei leek die laatste optie opeens vleugels te krijgen.
Op die bewuste dag, net voordat de hel in Israël losbarstte, sprak Bennet met de voorzitter van de Verenigde Arabische lijst (ook wel de Ra’am-partij genoemd) Mansour Abbas en die bleek wel te willen meedoen. De Israelische Haaretz kopte dat er binnen een week een regering zou kunnen zijn.
De Ra’am-partij behoort net als Hamas tot de school van de politieke islam maar zij zweert geweld af en erkent Israël. De partij wil net als de ultraorthodoxe joodse Israëlische partijen opkomen voor de eigen achterban. Dat betekent in het geval van Ra’am dat Israëlische Arabieren, met name de islamitische Bedoeïenen, meer financiële ondersteuning krijgen voor politie en banen in hun steden en dorpen. Het valt namelijk niet te ontkennen dat bij de verdeling van de gelden in Israël de Arabieren er bekaaid vanaf komen.
Netanyahu en Hamas
Wat een doorbraak! Voor het eerst in de Israëlische geschiedenis zouden rechtse zionistische partijen die de kolonisten steunen in een coalitie gaan zitten met een linkse seculiere partij en een islamistische Arabische partij en heel misschien in de toekomst ook nog seculiere Arabische partijen. De politieke status quo was doorbroken! En dat is precies de reden waarom Netanyahu en Hamas deze ontwikkeling met argusogen aanschouwden. Onder geen beding zou er immers sprake moeten zijn van samenwerking en verzoening van Joden en Arabieren!
Gedurende zijn twaalfjarige bewind heeft Netanyahu immers altijd samenwerking met Israëlische Arabieren uitgesloten. Hamas was daar content mee omdat door elke vorm van verzoening de wens om Israël te vernietigen aan kracht verliest. De radicale politiek van Netanyahu en die van Hamas versterken elkaar immers. Beide hebben een belang bij het voorkomen van samenwerking tussen Joden en Arabieren. Beide kunnen verkiezingen winnen door de ander te verketteren. Een oorlogssituatie is helemaal prachtig want die doet de electorale kansen van beide partijen stijgen.
Netanyahu heeft overigens nog een additioneel motief om aan de macht blijven. Hij wordt van corruptie beschuldigd en als de rechter dat bewezen acht kan hij alleen uit de gevangenis blijven als hij aan de macht blijft. Netanyahu was dus bepaald ongelukkig met de prille samenwerking tussen Joden en Arabieren.
Vlam in de pan
Binnen 48 uur na deze, nog prille, politieke doorbraak braken er onlusten uit naar aanleiding van huisuitzettingen in Oost-Jeruzalem en Israëlisch politieoptreden in de Al Aqsa-moskee. Hamas reageerde met een zee van raketten die op Israël werden afgevuurd. Het Israëlische leger begon doelen in Gaza te bestoken. Nu Palestijnen werden opgejaagd in Jeruzalem en Gaza kon Mansour Abbas natuurlijk niet meer samenwerken met Joden. De droom van een nationale coalitie spatte als een zeepbel uiteen.
De wijze waarop de vlam in de pan ging is overigens interessant. Laten we eerst met de Israëlische kant beginnen. Jeruzalem kreeg onlangs een nieuwe politiecommissaris die dicht staat bij Netanyahu. Hij nam het besluit om tijdens de ramadan de snelweg naar de Al Aqsa-moskee af te sluiten. Hij besloot eveneens om het amfitheater bij de moskee te barricaderen. Op de Israëlische tv verklaarde hij doodleuk dat dit laatste altijd gebeurde tijdens de ramadan. Iedereen in Jeruzalem wist dat dit een aperte leugen was.
Door al deze afzettingen braken er opstootjes uit tussen Palestijnse jongeren en de politie. Palestijnse jongeren gooiden stenen naar de politie. Tijdens die schermutselingen betrad de politie een aantal malen de Al Aqsa-moskee, de op twee na heiligste plaats in de islamitische wereld, om traangas en rubberkogels af te vuren. Honderden Palestijnen moesten worden opgenomen in het ziekenhuis. Of Netanyahu hiertoe opdracht heeft gegeven weten wij niet. Wel is het duidelijk dat de nieuwe politiecommissaris de zaak op scherp heeft gezet.
Huisuitzettingen
Tegelijkertijd speelde er een aantal huisuitzettingen van Palestijnen in Oost-Jeruzalem. Het betreft hier een uiterst gevoelige zaak om historische redenen. In de periode 1947-1949 vond de vorming van de Joodse staat plaats. Het oorspronkelijke mandaatgebied Palestina werd daarbij substantieel vergroot waardoor 750.000 Arabische Palestijnen werden verdreven of moesten vluchten. De joodse milities hebben hier om twee redenen toe besloten. In de eerste plaats werd het mandaatgebied te klein geacht om militair te kunnen verdedigen. Ten tweede, wilde Ben Goerion het joodse karakter van de nieuwe staat veiligstellen door het aantal Arabieren te verkleinen en dus te verjagen of erger.
Direct volgde er een oorlog met een aantal Arabische landen. Tijdens die oorlog kwam Oost-Jeruzalem en de Westbank in handen van Jordanië. Dat land heeft in dit gedeelte van Jeruzalem een belangrijke synagoge en veel huizen verwoest. Pas in 1967 heeft Israël Oost-Jeruzalem ingelijfd, samen met de Westbank. Die inlijving wordt echter internationaalrechtelijk niet erkend. Waar het nu om gaat is dat de staat Israël de eigendomsrechten erkent van Joden die kunnen aantonen dat zij in Oost-Jeruzalem bezittingen hadden voor 1948. Voor de Palestijnen geldt dat echter niet. Dat meten met twee maten zet veel kwaad bloed.
De recente uitzettingen van Palestijnen in Oost-Jeruzalem hebben alleen indirect met deze voorgeschiedenis te maken. De betreffende Palestijnse families zijn immers pas in de jaren vijftig voor het eerst komen wonen in Jeruzalem. Netanyahu, en velen met hem, beschouwen deze casus dan ook als een privaatrechtelijke aangelegenheid. Als de Palestijnen geen huur betalen dan moeten zij eruit, zo is de redenering.
Deze rechtvaardiging gaat echter voorbij aan het feit dat de inlijving van Oost-Jeruzalem door Israel in 1967 internationaalrechtelijk niet wordt erkend, ook door Nederland niet. Als Oost-Jeruzalem niet van Israël is, kunnen er ook geen huisuitzettingen plaatsvinden, zo stelt onze regering.
Hoe het ook zij, elke uitzetting herinnert de Palestijnen aan de uiterst pijnlijke Nakba in 1948. In die zin wisten de Israëlische autoriteiten heel goed dat zowel de uitzettingen als het optreden in de moskee olie op het vuur waren. Netanyahu wist heel goed dat Hamas op een gelegenheid wachtte om weer raketten af te vuren. En dat kwam hem eigenlijk heel goed uit omdat hij de politieke doorbraak wilde smoren.
Hamas is gebaat bij oorlog
Dat brengt ons bij Hamas. Hamas is om electorale redenen, net als Likoed, gebaat bij een oorlog. Het Palestijnse leiderschap is immers verdeeld. In de Westbank regeert de 85-jarige President van de Palestijnse Autoriteit Mahmoud Abbas en zijn partij heet Fatah. Hij bezit die functie sinds 2005 en vier jaar later had hij eigenlijk moeten aftreden. Hij verlengde echter eigenhandig zijn regeringsperiode. Die verlenging is door de rivaliserende Palestijnse partij Hamas nooit erkend. Er zijn nu al ruim 15 jaar geen presidentsverkiezingen meer geweest maar Abbas zit er nog steeds. Hij besloot onlangs verkiezingen weer uit te stellen omdat hij vreesde dat Hamas die zou winnen.
Hamas heeft dus om electorale redenen baat bij een oorlog. Dan blijkt immers dat Fatah machteloos is maar Hamas acteert. De groepering wordt ondersteund door de moslimbroeders in Qatar, het sjiitische Iran dat Israël als de grote satan beschouwt en Hezbollah in Libanon. Met deze steun is Hamas in staat om op gezette tijden Israël te bestoken met raketten. De vreselijke gebeurtenissen bij de Al Aksa moskee waren een mooie aanleiding om de Palestijnse bevolking te demonstreren wie nu echt voor hun opkomt.
Het leven in de Gazastrook waar Hamas de scepter zwaait is geen pretje. Net als Fatah is de leiding van Hamas corrupt. Het is een dictatuur waar men niet geacht wordt kritiek te leveren op de leiders van Hamas. Wel is het zo dat Hamas probeert om voedsel te verstrekken aan hen die dat nodig hebben. Daar komt wel enige populariteit uit voort en die neemt toe als Israël overgaat tot vergelding.
Verdragen
Interessant is ook de impact van de huidige oorlog op de normaliseringsverdragen die een aantal Arabische landen met Israël hebben gesloten. Vorig jaar sloten in het kader van de Abraham-akkoorden de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein een normaliseringsverdrag met Israël. De Palestijnen leken eenzamer te zijn dan ooit. Egypte en Jordanië hadden om uiteenlopende redenen al weinig op met de Palestijnse zaak en daar kwamen nu een aantal Golfstaten bij. Erdogan in Turkije komt vaak op voor Hamas maar onderhoudt in werkelijkheid intensieve economische betrekkingen met Israël.
De huidige oorlog ondermijnt echter de normalisering. De leiders van de Golfstaten willen dolgraag economische betrekkingen met Israël uitbouwen maar hun bevolking kiest op social media massaal voor de Palestijnen. Het bouwwerk van de schoonzoon van Trump brokkelt nu al af.
De hier geschetste situatie is diep triest. Voor Netanyahu is deze oorlog een manier om eindelijk een meerderheid voor de door hem gewenste rechtse coalitie te verkrijgen waarbij er niet wordt samengewerkt met de Arabieren. Voor Hamas is de oorlog een manier om Abbas onder druk te zetten om zo snel mogelijk verkiezingen uit te schrijven.
Palestijnen betalen de rekening
Het gevolg is dat de Palestijnen de rekening betalen. De VS en straks ook de EU roepen Israël op om het internationale recht te eerbiedigen en de illegale nederzettingen te staken. Beide durven echter geen sancties in te stellen of het EU-associatieakkoord in te zetten. In de VS is de Joodse lobby immers machtig en die wordt bovendien versterkt door de evangelicals. Amerika zou dus druk kunnen zetten op Israël maar wil het niet. De EU is gewoonweg te verdeeld om machtsinstrumenten in te kunnen zetten. En mocht er ooit wel een doorbraak komen dan is Orbán altijd bereid om zijn veto in te zetten.
Het gevolg van al deze misère is dat een twee-statenoplossing niet meer mogelijk is. Israël heeft zoveel illegale nederzettingen oogluikend toegestaan dat er geen levensvatbare Palestijnse staat meer mogelijk is. Op de Westbank worden de Palestijnen geconfronteerd met de ontstellende corruptie van Fatah en de vernederingen die Israël en de kolonisten hun elke dag aandoen. In Gaza zitten zij, dankzij Israël en de Hamas radicalen, opgesloten in een gevangenis waarin het slecht toeven is.
De enige hoop die de Palestijnen nog hebben is dat de onvrede onder de moslimbevolking over het onrecht dat hun wordt aangedaan met de dag groeit. Ook in Europa, ook bij ons gaat dat nog grote gevolgen hebben. Ook hier hebben buitenlandse en binnenlandse politiek immers raakvlakken.
Stabiliteit en democratie
Er zijn dus niet alleen morele argumenten om zowel Israël als de Palestijnse organisaties onder druk te zetten. Voortduring van het conflict ondermijnt immers ook onze eigen stabiliteit. Tegelijkertijd is het ook een kwestie van democratie. De opvattingen van onze eigen moslims over de Palestijnse kwestie klinken inmiddels ook in ons Parlement. Dat is vanuit democratisch oogpunt alleen maar toe te juichen. In de Nederlandse politiek is er echter nog steeds een grote meerderheid voor steun aan Israël. En dat terwijl ons land de bevordering van de internationale rechtsorde in de grondwet heeft staan. Hoe lang houden wij die spagaat nog vol?
Tegelijkertijd zijn er ter linkerzijde mensen die Hamas proberen wit te wassen. Daar is geen enkele reden toe. Het antisemitisme tiert er welig. De corruptie is tenenkrommend. En de raketten van Hamas dragen alleen bij aan de verdere radicalisering van Israël. Hamas speelt Netanyahu alleen maar in de kaart.
Tijdens de pandemie in Israël bleek hoe belangrijk de bijdrage van de Israëlische Arabieren aan de bestrijding van het coronavirus was. Maar liefst 17 procent van de dokters, 24 procent van de verpleegsters en 47 procent van de apothekers zijn Arabieren. Dat zijn indrukwekkende cijfers. Zij moesten echter meemaken dat Netanyahu politieke samenwerking met Israëlische Arabieren uitsloot.
Hun hart zal harder zijn gaan kloppen toen op 9 mei die samenwerking er toch leek te komen. Hoe groot zal hun deceptie zijn geweest toen de Israëlische autoriteiten en Hamas die droom deden vervliegen? Wie zal er nog opkomen voor hun belangen? Om van de belangen van de Palestijnen in de Gazastrook en de Westbank nog maar te zwijgen.