Het rapaille van het WK
- Nieuws
- Het rapaille van het WK
Ja, ik houd van sport, van spanning, en van tactiek nog meer dan techniek. Ja, ik kijk naar bijna alles en kan me geweldig verheugen op een goede voetbalwedstrijd. ’s Nachts naar basketbal of honkbal kijken? Geen enkel probleem, graag zelfs. Een vijfsetter waarin Federer uitkomt? Ja hoor. Een van de leukste sportwedstrijden ooit? Dameshandbal, Olympische Spelen. Denemarken-Zuid Korea. Fabelachtig. Tot tranen geroerd? Jazeker; het Olympisch afscheid van de Argentijn Manu Ginobili in Rio. Om nooit te vergeten: warm, sociaal, menselijk in orde, ontroerend en beschaafd.
Toen kwam de voetbalwedstrijd Argentinië-Kroatië. Donderdagavond jongstleden. Ja, ik keek; vol verwachting klopte mijn hart. Vol afschuw knipte ik die avond de tv uit: vervelende, kleine proleten.
In een toch al knap tegenvallend toernooi (Tot nu toe. Ik geef toe dat het alleen maar beter kan worden als wedstrijden er werkelijk om gaan doen) werd op deze avond getoond dat de huidige voetbalmaatschappij in ernstige nood verkeert.
Oorlog
Wat ooit een spel was en een sport werd, is voetbal op dit niveau verworden tot een oorlog tussen twee ploegen gekleed in Jansen & Tilanus, mannen die elkaar het liefst het licht uit de ogen schoppen, kerels die aan shirtjes van tegenstrevers hangen, aanstellers die gênant slechte toneelspelers worden, ontwrichte persoonlijkheden die schoppend proberen een medemens (en tegenstander) goed hard te raken, mensen die bestiaal gedrag vertonen en dat alles om... Juist, om te winnen.
Dat laatste idee is niet slecht; het hoort voor velen bij sport, dus ook bij deze voetballers. De weg naar die winst is in deze sport uit de rails gelopen. Helaas.
Ja, ik weet het: de belangen zijn groot, ja, juist, de financiële achtergronden spelen overal mee. Maar dat geeft de voetballers toch niet de vrijheid om werkelijk overal buiten de lijntjes te gaan kleuren en als gedrogeerde idioten een slagveld van een voetbalveld te maken. Dat expres op hakken en enkels schoppen, het uithalen van ellebogen in vijandelijke nekken, het kinderlijke aanstellen, de grote waffels tegen scheidsrechters, het intens doortrapte tot gemeengoed maken... Alles werd in deze wedstrijd tot tactisch geaccepteerd wapen verheven. Alles mocht, lawless avenues.
Terug naar de oertijd
De strijd keerde terug naar oertijden, uitgevoerd door jongemannen die, gevierd als rocksterren, hun privékappers lieten invliegen en gemeen hun door Nike of Adidas gemaakte schoen in het gewetenloze vlees van een tegenstander plaatsten.
Ooit zei voetbaltrainer Rinus Michels dat voetbal oorlog was. Het leek slechts een tegeltjeswijsheid en we lachten erom en haalden het als pseudo levensmotto naar boven in kroeg- en talkshow gepraat. Voetbal is oorlog en de spelers bepalen de spelregels en de wapens. Bijna alles is toegestaan; het speelt zich af in de jungle die van kort geschoren Zeeuws gras is gemaakt. Het is hen aangeleerd op straat; vaak, zo niet altijd, in achterstandswijken waar ook ter wereld, daar waar het recht van de sterkste en de gemeenste altijd wet was.
Dus krijgt de wereld soms een uitvergroot beeld van de ware aard van de spelende mens te zien. We schoppen, trekken, sleuren, spugen, spelen toneel, schaven, verwonden expres de tegenstander, hebben een grote muil tegenover mensen die als scheidsrechter proberen evenwicht in het menselijk gedrag op het veld te vinden, beledigen, vloeken, treiteren, zuigen, spelen vals en dat alles dus onder de noemer van een voetbalwedstrijd, een in de basis ontzettend leuke bezigheid voor zovelen. Ook voor mij.
Neymar
Deze tekst had ik ongeveer in elkaar zitten, toen ik op vrijdagmiddag de Braziliaanse speler Neymar jr. aan het werk zag. Over ’s mans voetbalkunde wil ik het niet hebben, maar hoe haal je het in hemelsnaam in je hoofd om zo provocerend, zo klierig vervelend, zo verwend en zo doortrapt in een sportwedstrijd bezig te zijn? En moet iedereen dat dan maar pikken omdat Neymar vindt dat hij, als wereldster, dat allemaal mag doen? Omdat het hem totaal ontbreekt aan manieren en inlevingsvermogen. Wat voor een deformatie in je persoonlijkheidsstructuur is dat?
Goed beschouwd lopen er daar in Rusland flink wat sportlieden rond waar een schroefje aan los zit. Ze hebben lak aan regels en manieren, hun ego’s zijn te zwaar voor hun shirtje en hun monden zijn buitenproportioneel groot. Er wordt weleens gezegd dat sport een fraaie spiegel van onze maatschappij is. Juist gezien.
We verharden in alles, we vinden ook dat al-les toegestaan moet zijn en dus doen we dat ook in een feitelijk simpel iets als een voetbalwedstrijd. We belazeren en vernielen de boel, we kijken er met de halve wereldbevolking naar, we bidden voor welke uitkomst dan ook, maar is er iets of iemand die de handrem in dit alles weet te vinden? Of is er iemand binnen die voetbalwereld die er zelfs maar aan denkt om over de boven beschreven problematiek na te gaan denken?
Of is een simpele druk op de knop van een boermachine in een willekeurige televisiestudio ons enige antwoord?
Over Mart Smeets
Mart Smeets is radio- en televisiepresentator, journalist en sportcommentator. Iedere zaterdag beschouwt hij voor EenVandaag gebeurtenissen en verhalen uit de sportweek, en zaken die daar aan verwant zijn.