WK-stadions anno 2018 zijn wonderen der techniek
- Nieuws
- WK-stadions anno 2018 zijn wonderen der techniek
WK-stadions anno 2018, dat zijn wonderen der techniek. Neem nu de arena in Sint-Petersburg, die vorig jaar officieel in gebruik is genomen. Uitschuifbaar veld, beweegbaar dak, voor minder doen we het niet. De aanblik van het bouwwerk, een ontwerp van de Japanse toparchitect Kisho Kurokawa, doet van buitenaf nog het meest denken aan een ruimteschip. Zeer toepasselijk, want ook de kosten van dit prestige-object namen buitenaardse vormen aan. Met een geschat bedrag van 1 miljard dollar is het Krestovski Stadium één van ’s werelds duurste voetbaltempels.
Een hoofdpijndossier, dat was deze ‘trots’ van Sint-Petersburg ook. Jarenlange vertraging, corruptie, fabricagefouten, extra eisen aan de capaciteit, een financier die afhaakte, kosten die de pan uitrezen. Maar dan héb je ook wat. Een dak bijvoorbeeld, dat drie keer zo groot is als het Rode Plein in Moskou. Videoschermen met een omvang van twee volleybalvelden.
Groot, groter, grootst. Duizelingwekkende cijfers, en niet alleen maar op de nota. De nieuwe thuishaven van Zenit Sint-Petersburg lijkt gemaakt om te imponeren. Maar één ding kun je niet kopen, laat staan omkopen, of in cijfers uitdrukken. Het verleden. En juist dat verleden brengt de ziel in een stadion. Zo is het in het Maracaña, de Kuip, Camp Nou, San Siro, en -vooruit- ook in de Koel. Het is een ziel, die ik in veel van die gloednieuwe, kale, betonnen bouwwerken mis.
Vanochtend reden we langs het oude Petrovski-stadion. Gebouwd in de jaren 20 van de vorige eeuw. De vier gigantische lichtmasten zijn iconische blikvangers, zichtbaar vanaf vele plekken in de stad. De grasmat wordt omgeven door een sintelbaan. Het stadion heeft slechts één ring, die plaats biedt aan 20.000 toeschouwers.
Zenit speelde hier in de gloriejaren onder Dick Advocaat, die Zenit in 2007 kampioen van Rusland maakte en een jaar later met de ploeg de UEFA Cup won. De meest memorabele Europese wedstrijd: de halve finale tegen het grote Bayern München, dat aantrad met namen als Van Bommel, Schweinsteiger, Podolski en Oliver Kahn. Zenit vernederde Bayern met 4-0 in een kolkend Petrovski en bezorgde de fans een avond om nooit te vergeten.
Natuurlijk, voetbal is big business. Een WK-wedstrijd kun je niet afwerken in een stadionnetje met 20.000 stoeltjes. Het publiek wil comfort, de spelers een perfecte mat. Het is volstrekt begrijpelijk dat we in steriele UFO’s zo’n toernooi spelen. En uiteindelijk is het WK natuurlijk het perfecte decor om nieuwe geschiedenis te schrijven. Maar als ik een bijna honderd jaar oud monument als Petrovski passeer, verlang ik gewoon even naar klein, kleiner, kleinst.
Edwin Cornelissen is verslaggever bij NOS Langs de Lijn.