'We hadden in Afghanistan ontwikkelingshulp moeten bieden zonder geweer'

Tenenkrommende uitspraken

'Wat mij wel heel erg opviel, is dat ik steeds dezelfde beelden zie. Die staan in contrast met wat ik van mijn Afghaanse vrienden hoor, waarmee ik gewoon telefonisch contact heb. Van hen hoor ik dat men bezorg is, maar dat het ook rustig is, mensen wachten af wat hen te wachten staat.' Afghanen zijn klaar met oorlog, zegt hij. 'Ik hoor vooral dat men het helemaal gehad heeft met oorlog, en blij is dat de overname geweldloos gaat.'

Van de Put schreef maandag een stuk in de Volkskrant waarin hij het 'westen' verwijt eindeloos het beeld te hebben herhaald van de Taliban als een 'kwaadaardige beweging die uit middeleeuwse barbaren zou bestaan'. Dit vindt hij tenenkrommend. 'Er is door de ministers die ik af en toe hoor praten op geen enkel moment geluisterd naar wat de Taliban te melden hebben. Dat de Taliban nu terugkomen zal voor veel mensen heel vervelend zijn, maar ze zullen ook orde brengen. Daar is behoefte aan.'

Oorlogstaal

Van de Put vindt de manier waarop er gesproken wordt in het 'westen' niet correct. 'De oorlogstaal die ik af en toe hoor, vind ik zo walgelijk. We hebben twintig jaar een enorme ellende aangericht in Afghanistan, het heeft echt niks opgeleverd. Toch blijven we doen alsof we iets bereikt hebben. Het was de afgelopen vijf jaar onveiliger in Afghanistan dan ooit tevoren.'

Met geweld zal het conflict niet opgelost worden, denkt hij. 'Wat je had moeten doen, is ontwikkelingshulp bieden zonder geweer, met mensen gaan praten. We kunnen het ook hebben over hoe je een school écht opbouwt. Dat doen we namelijk bijna altijd in ontwikkelingslanden. Het is eigenlijk heel gek om ontwikkelingshulp zo af te dwingen als we dat in Afghanistan hebben gedaan.'