Watersnood van 1820: een vergeten ramp

"Het was een gigantisch grote ramp", vertelt historicus Willem van der Ham in NOS Met het Oog op Morgen. "Het was geen stormvloed zoals in 1953, maar een rivieroverstroming."

Dat kwam door ijsvorming die toen heel gewoon was op de rivieren. Een dag voor de ramp op 23 januari 1820 ging het plotseling dooien. "De ijsschotsen vormden enorme dammen en daar kwam het dooiwater achter. Dan breekt de ijsschots door de dijken of het water stroomt er gewoon overheen", legt Van der Ham uit.

Inrichten

"Ze wisten toen eigenlijk niet wat ze daartegen konden doen." Pas in 1860 waren ingenieurs van Rijkswaterstaat het met elkaar eens: de rivieren moesten anders worden ingericht.

"De ijsschotsen ontstonden bij zandbanken dus de rivieren werden zo omgevormd dat er zich geen zandbanken konden vormen. Er werden ook nieuwe rivieren aangelegd zoals de Nieuwe Merwede en de Bergsche Maas zodat het water zo snel mogelijk naar zee kon."

"Dat was natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het heeft wel gewerkt: sinds 1861 heeft zich geen rivierramp meer voorgedaan."