Sana Valiulina's hoofd knalt uit elkaar van onzekerheid
- Nieuws
- Sana Valiulina's hoofd knalt uit elkaar van onzekerheid
De Tweede Wereldoorlog is bijna 75-jaar geleden tot een einde gekomen. Sana Valiulina kijkt daarom in haar OVT-column terug op het leven van haar moeder.
Haar moeder maakte de oorlog mee die ook in Rusland haar sporen achterliet. Zij vluchtte, kwam in Estland terecht en vertelde haar verhalen later door aan haar dochter. "Maar pas nu - met corona op de troon - realiseer ik me wat de oorlog voor mijn moeder echt moet hebben betekend."
Mijn hoofd knalt uit elkaar van onzekerheid
Over twee dagen viert Nederland vijfenzeventig jaar bevrijding. In Rusland barst het negen mei los, al wordt het dit jaar een stuk soberder. Het nare, doch politiek neutrale virus heeft de overwinningsparade op het Rode plein, de hoofdakte van het propaganda spektakel, lam gelegd.
Terwijl we in Nederland de bevrijding herdenken, wordt in Rusland de grote overwinning gevierd. Maar in Rusland is niets wat het lijkt. Zo werden in die lente van 1945 bijna twee miljoen Sovjet krijgsgevangenen, net terug uit den vreemde, linea recta naar de werkkampen gestuurd of als dwangarbeiders naar de socialistische bouwprojecten in het Oosten van het land. Ook mijn vader zat daar tussen, met tien jaar Goelag in het vooruitzicht, maar daarover een andere keer, want nu is de beurt aan mijn moeder.
Voor haar betekende negen mei 1945 net als voor de meeste Sovjetburgers niet zozeer de overwinning maar vooral het einde aan het ongewisse. De afgrond waar ze vier jaar lang elke dag en soms elk uur, elke minuut boven had gezweefd, had zich eindelijk gedicht. Oh, mijn moeder met haar oorlogsverhalen die ik als spannende avonturen tot me nam. Dat ze zwaar getraumatiseerd geweest moest zijn drong pas veel later tot me door.
In de afgrond die zich op tweeëntwintig juni 1941, de dag waarop Hitler de Sovjet-Unie binnenviel, opende, verdween eerst haar vader, vermoedelijk doodgeschoten door eigen mensen als een vermeende saboteur. Toen het front hun stadje bereikte, moesten ze vluchten, westwaarts door oorlogsgebied. Vlak voor de Estse grens vielen haar moeder en haar broer in die afgrond te pletter, een Russisch vliegtuig in nood dat zijn bommen afwierp werd hun fataal.
Met zijn drieën kwamen ze terecht in het door de Duitsers bezette Estland. Mijn moeder werd gescheiden van haar broer en zuster en op transport gezet naar Duitsland, maar sprong van de trein in het nachtelijke ongewisse, hierbij geholpen door een goede Duitser, en klopte aan bij een Estse boerderij waar als hulpje in de kost mocht komen. Haar zuster en broer werden in Tallinn door plaatselijke Tataren – die hen Tataars hebben hadden horen spreken - uit het vluchtelingenkamp vrijgekocht voor een kilo spek.
Mijn hoofd knalt uit elkaar van onzekerheid, lees ik in een Nederlandse krant. We leven in een nieuwe werkelijkheid, met Corona op de troon. En pas nu realiseer ik me wat de oorlog voor mijn moeder echt moet hebben betekend. Haar oude leven weg, nooit meer haar ouders en haar broer zien, het gefluit van bommen in de lucht, honger, wanhoop en angst, dat waren haar zekerheden, de rest verzonk in het ongewisse.
Had ze hoop? Ja. Dat de onzen, de Russen, ooit zouden komen en het leven weer zou beginnen. En de onzen kwamen daadwerkelijk. 'Met hoeveel Duitsers heb je geslapen?' was het eerste wat ze haar vroegen. Ze had immers in bezet gebied gezeten. Tussen mijn moeder en het Sovjetregime is het nooit meer goed gekomen.