Weinig jihadgangers teruggekeerd na val IS-kalifaat
- Nieuws
- Weinig jihadgangers teruggekeerd na val IS-kalifaat
De verwachte stroom jihadstrijders die na de val van het IS-kalifaat terugkeren naar Europa is tot nu toe uitgebleven. Volgens onderzoek van het in Brussel gevestigde Egmont Instituut gaat het om een klein aantal, vooral vrouwen en kinderen.
Van de 5000 Europeanen die de afgelopen jaren vertrokken naar Syrië en Irak om zich aan te sluiten bij Islamitische Staat, zijn er inmiddels 1500 teruggekeerd. De meesten van hen deden dat in 2013, 2014 en begin 2015. De reden was meestal teleurstelling over wat ze aantroffen in het oorlogsgebied, zeggen de onderzoekers.
De meeste terugkeerders vormen volgens de onderzoekers geen bedreiging in hun thuisland. Ze wijzen erop dat sinds de aanslagen in Brussel in maart 2016 er in Europa geen aanslagen meer zijn gepleegd door terugkeerders. Dat betekent echter niet dat de dreiging voorbij is.
Nederland, Duitsland, België
Het onderzoek van het Egmont Instituut gaat hoofdzakelijk over hoe Nederland, Duitsland en België omgaan met teruggekeerde IS-strijders. De onderzoekers concluderen dat het beleid van de drie landen de afgelopen tijd steeds meer op elkaar is gaan lijken.
Zo willen de landen liever niet dat IS-strijders terugkeren, maar wordt dit formeel niet tegengehouden. Bij terugkomst worden verdachten vastgezet, in afwachting van hun strafzaak. Alle drie de landen hebben de wet de afgelopen jaren aangepast om de bewijslast te verlichten.
België heeft van alle Europese landen relatief het grootste aantal uitreizigers. Aanvankelijk werden terugkeerders niet vervolgd, maar dat gebeurt inmiddels wel. Ook worden veroordeelden na hun straf in de gaten gehouden, maar een samenhangend plan daarachter ontbreekt, zeggen de onderzoekers.
In Duitsland werd de omgang met Syriëgangers lang overgelaten aan de deelstaten, wat leidde tot een versnipperd beleid. Inmiddels wordt in het hele land standaard overgegaan tot vervolging.
Gepolitiseerd
Over Nederland concluderen de onderzoekers, onder wie Clingendael-terrorismedeskundige Bibi van Ginkel, dat het onderwerp behoorlijk gepolitiseerd is. De plannen van partijen om het beleid aan te scherpen, komen volgens de onderzoekers niet voort uit een evaluatie van het huidige beleid, maar uit politieke motieven.
Verder hebben de onderzoekers kritiek op de maatregel om de Nederlandse nationaliteit af te nemen van verdachte jihadgangers met een dubbel paspoort. Dit kan in strijd zijn met het recht van een verdachte op een eerlijk proces, zeggen ze.
De onderzoekers pleiten voor verdere samenwerking tussen de landen bij de aanpak van terrorisme. Investeringen op dit gebied moeten volgens hen niet worden wegbezuinigd als de aandacht voor het thema verslapt.