Berkelland maakt einde aan ‘landjepik’

“Dat hebben we laten gebeuren”, erkent burgemeester Joost van Oostrum van Berkelland, dat o.a. Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo omvat. “Overigens praten wij niet over ‘landjepik’, maar over het ‘vervagen van grenzen’, want we zijn er zelf bij geweest”, zegt Van Oostrum.

Eikenprocessierups

Maar in het kader van de biodiversiteit is de gemeente die wegbermen weer aan het herstellen, met het planten van bomen en struiken. De rest verruigt vanzelf, vaak al binnen een jaar nadat de palen geslagen zijn en de bermen dus niet meer bij het boerenland horen. “Iedereen heeft het over de eikenprocessierups. Maar de koolmees en de andere vogels die de eikenprocessierups eten, moeten het hele jaar door te eten hebben”, vertelt Van Oostrum, doelend op de insecten die in zo’n verruigde wegbermen leven. “Dat kan hier, zo’n wegberm is een corridor in het landschap, en die wordt weer in ere hersteld.”

Boer moet beloond worden

Inmiddels heeft de gemeente Berkelland nu zo’n 30 kilometer wegberm hersteld. Maar daarmee is het kenmerkende Achterhoekse coulisselandschap nog niet hersteld. In het verleden zijn ook veel houtwallen, die óók belangrijk zijn voor de natuur op het agrarische land, verdwenen. Te onhandig voor de boer, en elke meter telt in de landbouw.

De verantwoordelijkheid daarvoor ligt ook bij de consument, die het liefst goedkope producten wil. Dat erkent ook burgemeester Joost van Oostrum, die zelf een achtergrond als bioloog heeft. Maar ook het landelijk beleid moet óm, vindt hij: “Het Ministerie van Landbouw zou al die landschapselementen in kaart moeten brengen en de boer moeten belonen voor het in stand houden van het prachtige coulisselandschap."