Wat is de kunst van het schansspringen?
- Nieuws
- Wat is de kunst van het schansspringen?
Ieder nieuw jaar vindt er in de eerste week een Duits-Oostenrijkse traditie plaats, het Vierschansentoernooi. Het betekent skischansspringen op het hoogste niveau en dit jaar werd er zelfs op Nieuwjaarsdag nog een record gebroken. Vandaag is de laatste dag van het toernooi. Peter van Hal, sportcommentator en ex-skispringer vertelt over de kunst van het schansspringen.
Een Pool, David Kubacki vloog dus op Nieuwjaarsdag zo'n 144 meter door de lucht. Dat is iets dat tot nog toe erg moeilijk te behalen was. "De grens op die specifieke schans ligt op een maximum van zo’n 148 á 150 meter qua afstand. Mochten ze nog kleine aanpassingen doen zou 152 meter misschien nog kunnen", vertelt van Hal in Met Het Oog Op Morgen.
Video niet beschikbaar
Respect voor de schans
Maar dat is niet iets waar de springers hun hand voor omdraaien. "Doorgaans springen ze op de skivliegschans nog een stuk verder. Daar halen ze afstanden van wel 230 á 240 meter en het wereldrecord staat op 253 meter ver. Dat zijn ongelooflijke afstanden."
Zelf ging Van Hal ook vaak van de schans, maar het is allemaal niet zo hoog als het lijkt. De skispringers zweven veelal op slechts vier meter hoog boven de schans. "De beelden vertekenen ook heel erg, maar het blijft wel spectaculair om te zien. Ze gaan namelijk met dik negentig kilometer per uur naar beneden en wanneer je landt haal je soms zelfs zo'n honderd kilometer per uur. Toch vallen de hoogtes wat dat betreft best mee", gaat Van Hal verder.
Voor Van Hal was de eerste keer springen eentje die hij zich nog goed kan herinneren. Hij was in 1992 in Sankt Moritz, Zwitserland, waar toen ook toenmalig prof Gerrit jan Konijnenberg aanwezig was. "Hij vertelde mij toen: 'Peter het wordt tijd dat jij van een hogere schans gaat springen.' Dus ik ging vervolgens naar de 95-meter schans, dat was niet eens zo'n heel grote schans. En ik wilde dat al mijn hele leven. Ik stond daarboven en ik moest tegen mijzelf zeggen dat ik dit wilde."
Vervolgens gaat het om respect voor de schans. "Want die schans grijpt je als je er niet helemaal bij bent. Het is ook wel een sport waar je bewust mee moet omgaan, het is in die zin wel een sport voor durfallen. En daarom iets wat je heel bewust moet uitvoeren. Ik heb zelf ook trots dat ik afstanden van dik honderd meter heb kunnen behalen."
Records blijven gebroken worden
Van Hal is daar trots op. Hij was zelf de eerste Nederlander die ooit op een wereldkampioenschap skispringen meedeed. Maar sinds hij meedeed is er veel veranderd in de sport. Met name op technisch vlak. "De laatste jaren zitten de broeken wat strakker om het lijf. In die zin is de uitrusting lastiger geworden voor de springers. Maar het heeft wel het effect dat je sneller door de lucht gaat en wat minder lucht vangt. Maar ook de bindingen zijn een stuk veiliger geworden", vertelt Van Hal.
De oud-springer en sportcommentator denkt overigens dat het nog wel stukken verder kan gaan, de innovatie wat betreft schansbouw en het materiaal is namelijk nog lang niet klaar. "We zullen denk ik nog wel meters verder komen dan we nu doen. Ik weet dat een Duitse architect in de jaren '50 nog zei dat het psychisch en praktisch onmogelijk zou zijn om verder te komen dan honderdvijftig meter, we zitten nu op 253 en een halve meter. Wanneer we de schansen nog iets aanpassen zouden we zomaar de driehonderd meter kunnen halen", denkt Van Hal.
OOG Skischansspringen
Download de NPO Radio 1-app
Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.