Woonminister De Jonge gaat als een speer: 'Maar af en toe moet je een tikkie breed kunnen leggen'

Woonminister Hugo de Jonge pakt zijn nieuwe functie met beide handen aan en wil snel zaken beklonken hebben om meer woningen te kunnen realiseren. Afgelopen week verscheen zijn rapport ‘Een thuis voor iedereen’. Doelend op de mensen met een kleine portemonnee. Zij die dus zijn aangewezen op de sociale huur. Samenvattend wil De Jonge niet minder, maar méér sociale huurwoningen. Hij wil 30 procent meer van deze woningen in iedere gemeente. Dat gaat verder dan de afspraken in het coalitieakkoord.

"Hij heeft heel veel energie en een pragmatische aanpak. In zijn plannen zitten ontzettend veel accenten die overeenkomen met het coalitieakkoord," reageert VVD Tweede Kamerlid Peter de Groot in WNL Haagse Lobby op NPO Radio 1. "Ik ben blij dat hij zoveel tempo maakt want heel veel mensen zitten te wachten op een woning." De Groot ziet het plan vooral als een voorzet om meer sociale huur te creëren in gemeenten waar een tekort is.

VNG-commissievoorzitter Ruimte, Wonen & Mobiliteit en ChristenUnie wethouder in Zwolle Ed Anker wil daar een duidelijke kanttekening bij plaatsen. "Het plan moet niet geïnterpreteerd worden dat het extra realiseren van sociale huurwoningen alleen geldt voor grote steden die meer behoefte hebben aan deze woningen. Ook de gemeenten daaromheen moeten meedoen. Voor sommige groepen wil je er niet alleen voor staan als stad."

VNG twijfelde overigens wel of het zijn handtekening onder 'Een thuis voor iedereen' moest zetten. Maar dat lag puur aan het tempo van De Jonge, legt Anker uit. "Dit is zo'n complex probleem en daar heb je elkaar als Rijk, provincie en gemeente heel hard bij nodig. Af en toe moet je ook een tikkie breed kunnen leggen zodat je gezamenlijk naar buiten kunt komen met een plan."