De kloof tussen stad en platteland is enorm: 'Het vertrouwen is er niet'

Het rapport van Johan Remkes over de stikstofcrisis en de parlementaire enquête over de gasboringen in Groningen zijn voorbeelden van de alsmaar groter wordende kloof tussen stad en platteland. Hoewel het probleem al langere tijd wordt geconstateerd, blijft de aanpak ervan achterwegen. Onbegrip vanuit beide partijen groeit daardoor.

"We moeten veel beter naar elkaar gaan luisteren," reageert wethouder in Hof van Twente Harry Scholten in WNL Haagse Lobby. Scholten was dan ook blij dat Remkes bij de presentatie van zijn bevindingen het probleem nogmaals duidelijk benoemde. Maar beter naar elkaar luisteren is makkelijker gezegd dan gedaan. "Ik ben vier dagen per week in Den Haag. Ik heb vrijwel geen medewerkers en ik moet ergens tijd zien te vinden om in mijn eigen regio een luisterend oor te bieden. Het slokt je volledig op," reageert Tweede Kamerlid namens het CDA Inge van Dijk. "Ook veel persvoorlichters en jonge beleidsmedewerkers komen uit de Randstad. De focus ligt daardoor veel meer op de stedelijke gebieden."

Kortom, het probleem is helder, maar hoe nu verder? Voorzitter VNO-NCW Noord Sieger Dijkstra denkt toch dat de oplossing echt in meer en beter luisteren ligt. "Als je kijkt naar Groningen, mensen hebben daar jarenlang geschreeuwd om aandacht. Daar is heel weinig mee gedaan, hierdoor is er een gevoel van onveiligheid en wantrouwen ontstaan." Had de regering beter geholpen en meer geluisterd dan: "voelde men zich veel veiliger en dan hadden we daar makkelijk gas kunnen halen. Maar dat is een gepasseerd station nu." Kortom, had de overheid beter geluisterd, dan was er geen sprake geweest van een gascrisis volgens Dijkstra. 

Dat gesprek opgang brengen kan door burgers meer participatiemogelijkheden te bieden. Daarbij zouden dan meer taken van de nationale overheid naar de regionale overheden overgeheveld moeten worden. Maar daar staan zowel Van Dijk als Dijkstra en Scholten niet erg om te springen. Die beweging is de laatste jaren veel ingezet als 'bezuinigingsmiddel'. Alle drie staan er alleen positief in als er meer geld komt naar de gemeenten. "Als er meer taken bij komen, dan ook meer knaken," vat Scholten het samen.