Energielabels ontrafeld
- Fragmenten
- Energielabels ontrafeld
Energielabels zijn heel handig, want je kan in één oogopslag zien of een woning zuinig of niet zuinig is. En als je in een energiezuinig huis woont, heb je een lage energierekening, woon je comfortabeler en stoot je minder CO2 uit. Dat is het idee tenminste. Maar werkt dat zo in de praktijk?
Reporter Radio onderzocht de ingewikkelde rekenmethodes achter rooskleurige cijfers en kwam tot de conclusie dat nationale en internationale klimaatdoelstellingen om energie te besparen en minder CO2 uit te stoten niet haalbaar zijn als de overheid het huidige energielabel beleid niet herziet. Dit zegt Jan de Ridder, directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, in reactie op onderzoek van Reporter Radio. "Die energielabelstappen spelen zo'n centrale rol in het behalen van de klimaatdoelstellingen, maar de theorie van energielabels schiet tekort, de uitgangspunten deugen gewoon niet."
"Als je je klimaatdoelstellingen wilt halen, dan moet je andere dingen gaan doen dan oude woningen in alle steden incalculeren als een enorme bijdrage aan de klimaatdoelstellingen, want dat gaat zo niet werken", aldus De Ridder van de Rekenkamer. Uit onderzoek van Reporter Radio en de Rekenkamer Metropool Amsterdam blijkt dat energielabels de werkelijke mate van energiezuinigheid van een woning slecht weergeven. Het uitgangspunt is echter dat een energielabelstap, bijvoorbeeld van G naar F, betekent dat een woning energiezuiniger wordt.
De Rekenkamer Metropool Amsterdam deed in 2014 en 2016 onderzoek naar de energielabelstappen, die woningcorporaties bij sociale huurwoningen in de hoofdstad realiseerden. Reporter Radio heeft dit onderzoek geëxtrapoleerd naar vijf renovatieprojecten in Hendrik-Ido-Ambacht, Hilversum, Silvolde, Stein en Utrecht. Het gasverbruik nam van 2014 tot 2016 in Hendrik-Ido-Ambacht met bijna 19 procent af, in Hilversum met 21 procent, in Stein met 22 procent, in Silvolde met 23 procent en in Utrecht met 25 procent. In Hendrik-Ido-Ambacht, Silvolde en Utrecht had de besparing 81 procent moeten zijn, volgens de theorie.
Deze uitkomsten komen overeen met het onderzoek van de Rekenkamer in Amsterdam. Daar bleek een energielabelstap van G naar A slechts 30 procent minder gasverbruik op te leveren, in plaats van de 81 procent theoretische besparing. "De dalingen die jullie hebben gevonden, dat lijkt redelijk te sporen met wat wij in Amsterdam hebben gezien. De labelstappen die zijn gezet, zijn iets minder groot dan in Amsterdam, dus dat het wat minder is dan 30 procent, maar dat het meer gaat om 20 tot 25 procent, dat past gewoon", aldus Jurriaan Kooij, onderzoeker bij de Rekenkamer Metropool Amsterdam.
Uit het onderzoek blijkt ook dat bewonersgedrag een cruciale factor is als het gaat om het energieverbruik in een woning, maar het is geen onderdeel van de theorie en het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan energielabels. Ook wordt er niet gerekend met het werkelijke energieverbruik, dat aan het eind van het jaar op de meter staat, maar met wat volgens de theorie het energieverbruik bij een bepaald label is. Daarnaast wordt het energieverbruik van woningen met een laag label, G, F en E, stelselmatig te hoog ingeschat. Hierdoor is de daadwerkelijke besparing veel lager dan die theoretisch zou moeten zijn.
Voor 2020 moeten 2,2 miljoen sociale huurwoningen minstens energielabel B hebben. Dit is onderdeel van de nationale, en daarmee ook de internationale klimaatdoelstellingen, van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord. Voor het renoveren van die sociale huurwoningen is ook 395 miljoen euro STEP-subsidie (Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector) uitgetrokken door de Rijksoverheid. De Ridder pleit voor een bijstelling van het beleid en een herziening van de klimaatdoelstellingen.
Op 5 en 12 maart is er in Reporter Radio ook aandacht voor energie, duurzaamheid en de klimaatdoelstellingen.