Het Drop-Spoor
- Fragmenten
- Het Drop-Spoor
Drop is typisch Nederlands, toch? Nou, daar is wat op af te dingen. Ook in Scandinavië eten ze drop, in Finland zelfs meer dan hier. En Duitsers eten drop, en Engelsen en Italianen. In haar 'Grote Dropboek' beschrijft Marieke Hendriksen hoe we in Nederland gingen geloven in een unieke Hollandse dropliefde. Dat kwam door Cornelis Nieman, een chemicus die bijna in zijn eentje de Nederlandse drop-mythe in de wereld heeft geholpen.
Hendriksen is kunst- en wetenschapshistoricus en zocht naar het oudste Nederlandse droprecept, dat ze thuis in een pannetje ging namaken. In drop zit zoethout, waarvan het bloeddrukverhogende glycerrhizine-zuur zorgt voor de unieke dropsmaak. Verslaggever Marten Minkema praat met Marieke over 'vererfgoedisering'; dat is het toeëigenen van drop, molens, tulpen en zo meer door het bedrijfsleven of de overheid om te verkopen of voor de politieke agenda. Maar ook over het drop-laboratorium van het Centraal Instituut voor de Dropverwerkende Industrie, dat vlakbij Artis huisde, waar muizen rondliepen en de laborant liever rookbommetjes in elkaar zette dan saaie proeven deed. Ook is Minkema getuige van de lancering van een nieuw 'historisch dropje' dat is ontstaan uit de keuken-experimenten van Hendriksen.
Eindredactie: Katinka Baehr, eindmix: Alfred Koster