Mensenrechtencollege: politie discrimineert medewerker met hoofddoek
- Fragmenten
- Mensenrechtencollege: politie discrimineert medewerker met hoofddoek
Ze werkt al 4,5 jaar met plezier bij de politie, doet haar werk goed en kreeg onlangs een vaste aanstelling. Maar toen ze een opleiding tot buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) wilde volgen, werd ze weggestuurd. De reden: ze draagt een hoofddoek.
Het is het verhaal van de Rotterdamse Sarah Izat. Het combineren van het politie-uniform met een hoofddoek strookt namelijk niet met de neutraliteit van de politie. Het College voor de Rechten van de Mens heeft vandaag gezegd dat er sprake is van discriminatie.
Neutraal optreden
Izat werkt nu nog achter de schermen van de politie, waardoor ze een hoofddoek mag dragen omdat ze niet in aanraking komt met burgers. Als boa zal dit wel het geval zijn, waardoor haar hoofddoek zal botsen met de gedragscode.
Ze wist bij aanvang van de opleiding dat de regel bestond. De beleidsregel is namelijk dat agenten in het openbaar neutraliteit moeten uitstralen en daarbij horen geen religieuze symbolen. Izat ziet dat anders: "Bij neutraliteit draait het om neutraal optreden, niet om je uiterlijk", stelt ze.
De politiemedewerkster vindt niet dat haar hoofddoek haar werk zal belemmeren. "Het feit dat ik een hoofddoek draag is een heel persoonlijke keuze geweest. Die keuze leg ik niet aan een ander op."
'Politie in identiteitscrisis'
De politie brengt zichzelf met de gedragscode in een identiteitscrisis, vindt Izat. "De organisatie wil ambitieus zijn op het gebied van diversiteit en een afspiegeling van de samenleving vormen. Die ambitie wordt nu belemmerd." Eerder dit jaar waarschuwde Max Daniel, politiecommissaris van Noord-Holland, dat de politie draagvlak in de samenleving verliest als etnische diversiteit geen prioriteit binnen het korps wordt.
Izat heeft nu dus gelijk gekregen. Als de uitspraak in haar nadeel was uitgevallen, zou ze zich bij het besluit hebben neergelegd. "Ik zal nog steeds met heel veel plezier bij de politie werken en ik ben in ieder geval blij dat er heel openlijk over het onderwerp gepraat is, want er lijkt nogal een taboe op te bestaan."