Hoe de raketten van Noord-Korea steeds beter zijn geworden

In Noord-Korea volgen raketproeven elkaar de afgelopen maanden in steeds hoger tempo op. "Ze zijn er nog niet, maar heel veel techniek gaan steeds beter", zegt luchtvaartdeskundige Joris Melkert in Met het Oog op Morgen.

Melkert, verbonden aan de TU Delft, ziet dat de technologie zich 'angstaanjagend snel' ontwikkelt: "Het aantal raketten gaat omhoog, ze kunnen verder en ze worden steeds betrouwbaarder. In 2016 slaagde slechts de helft van de proeven, nu is dat al tweederde."

In de buurt

De raket die Noord-Korea maandag over Japan schoot, legde ongeveer 2700 kilometer af. "Ik denk dat het idee was om te laten zien hoe ver de raketten al kunnen. De kortste afstand tussen Noord-Korea en Guam is iets meer dan drieduizend kilometer. Dus ze zitten gewoon in de buurt."

Over hoe Noord-Korea de raketten lanceert, is bijna niets bekend. "We weten niet hoe ze de raket beladen hebben, of er een gevaarlijke kop op zat, hoeveel brandstof er aan boord was", somt Melkert op. 

Hoogte

Wel is duidelijk dat de raketten naast ver, ook erg hoog kunnen komen: "Deze kwam tot 550 kilometer, maar ze zijn ook hoger geweest. Om je een idee te geven: het ISS hangt op 350 tot 400 kilometer hoogte, dus daar komen ze al bovenuit."