Windenergie zonder subsidie: goed nieuws voor de energierekening
- Fragmenten
- Windenergie zonder subsidie: goed nieuws voor de energierekening
Het leek lang een utopie: windenergie opwekken op zee zonder dat er een flinke zak subsidie voor nodig is.
Maar die droom komt steeds dichterbij. In Duitsland wil een energiebedrijf al een windpark op zee bouwen zonder subsidie.
En ook in Nederland wordt stroom van zeewind steeds goedkoper. En dat is niet alleen goed nieuws voor het milieu, maar ook voor onze energierekening.
Die subsidie voor het opwekken van duurzame stroom betalen we namelijk jaarlijks via de eindafrekening voor gas en elektriciteit.
Als het met minder of zelfs zonder subsidie kan, gaat onze energierekening dus omlaag.
Pauze
Mogelijk wordt er dit jaar in Nederland een aanbesteding gedaan waarbij er geen subsidie nodig is.
Het gaat dan om een windpark in de Noordzee, Hollandse Kust genaamd.
Toen bekend werd dat het in Duitsland mogelijk was om zonder subsidie een park te bouwen, is er hier een aanbestedingsprocedure stilgelegd.
Er wordt op gespeculeerd dat dat nodig was om ook hier een aanbesteding zonder subsidie mogelijk te maken.
Energierekening
Dat is dus goed nieuws voor de energierekening. Sinds 2013 betalen we namelijk allemaal een ODE-toeslag (Opslag Duurzame Energie) via deze afrekening.
Deze opslag stijgt de komende jaren.
Het geld dat hiermee verzameld wordt, komt in een fonds. Uit dit fonds wordt subsidie gehaald voor bedrijven die investeren in het opwekken van duurzame energie.
Denk bijvoorbeeld aan windparken bouwen op zee, maar ook voor zonne-energie of aardwarmte.
Het is nu vaak nog noodzakelijk om deze subsidie te verstrekken. De techniek en het bouwen is vaak zo duur dat er zonder subsidie geen winstgevende stroom geleverd kan worden.
De stroom is dan zo duur dat iedereen (consumenten en bedrijven) liever de vervuilende stroom afneemt. Zonder subsidie zou de omslag van vervuilende naar schone energie dus nooit op gang komen.
Toch zonder?
Maar nu lijkt het dus toch zonder te kunnen. In Radio EenVandaag legt Remco de Boer, deskundige op het gebied van de energietransitie, uit waarom dat kan.
Volgens hem heeft de Nederlandse overheid een goed beleid gevoerd. De overheid doet zelf veel om de energiebedrijven te helpen, bijvoorbeeld het regelen van vergunningen en locaties.
Daarnaast heeft de regering allerlei toezeggingen gedaan. Zo is de intentie uitgesproken dat er vijf grote windparken op zee komen en door die toezegging hebben de bedrijven die de parken moeten bouwen veel vertrouwen. Door deze beloftes en de hulp van de overheid willen de energiebedrijven zelf ook meer risico’s nemen.
'De kleine man betaalt'
Mooi toc,h zou je denken, minder subsidie is een lagere energierekening. Maar niet overal gaat het zo snel als met wind op zee.
Die ODE-toeslag zal misschien iets dalen, maar zeker niet verdwijnen. En dat betekent dat 'de kleine man’ (de gewone consument) blijft betalen aan de mogelijkheid voor grote internationale energiebedrijven om winst te kunnen maken.
Dat is niet helemaal eerlijk, vindt professor Annelies Huygen van de UvA en ook verbonden aan TNO. Eigenlijk zou niet de consument moeten betalen, maar juist de vervuiler. Als je bedrijven en mensen zou laten betalen voor de hoeveelheid CO2 die wordt uitgestort met het opwekken van hun energie dan snijdt het mes aan twee kanten:
De vervuiler wordt geprikkeld om meer schone energie af te nemen en de vuile stroom wordt duurder. En als die grijze stroom duurder wordt, is het verschil met die groene stroom veel kleiner.
Er is dan dus veel minder subsidie nodig. Ook is het, volgens mevrouw Huygen, nu zo geregeld dat mensen die weinig stroom gebruiken relatief meer betalen aan de ODE-toeslag. Hoe meer stroom je afneemt, hoe lager het extra bedrag dat je moet betalen voor de ODE-toeslag.