Feit of fictie: lezen tieners minder dan vroeger?

Iedere dag neemt Lammert de Bruin een actuele uitspraak onder de loep. 

Eén op de vijf pubers leest slecht. Dat stelt stichting Lezen en Schrijven in een rapport en een interview met het Algemeen Dagblad. Bijna 18 procent van de 15-jarigen heeft moeite met lezen en schrijven. Op het MBO-2 kunnen gaat het zelfs om 1 op de 3 leerlingen die slecht kan lezen en schrijven. In het Radio 1 Journaal wees Merel Heimens Visser, directeur van stichting van Lezen en Schrijven, op een mogelijk verband tussen laaggeletterdheid en het feit dat ouders meer tv kijken, zelf minder lezen en minder communiceren met hun kinderen.

Wordt er, onder aan de streep, minder gelezen door pubers? Als het aan Paula Bos van de belangenvereniging van leraren Nederlands  ligt, is het tegenovergestelde waar. Zij reageerde direct op deze stelling met de opmerking dat kinderen juist meer zijn gaan lezen. 

Die vraag of pubers juist meer of minder lezen dan vroeger wordt voorgelegd aan Gerdien van Dalen van stichting Lezen, niet te verwarren van stichting Lezen en Schrijven. Deze stichting heeft in een zogenaamde leesmonitor het leesgedrag vanaf de jaren vijftig tot nu in kaart gebracht. Van Dalen komt tot de conclusie dat het een aantal leesminuten per dag door de decennia heen inderdaad is afgenomen. De claim van de belangenvereniging van leraren Nederlands dat pubers meer lezen klopt niet.