Onderzoek: 'Schoolactiviteiten staan onder druk'
- Fragmenten
- Onderzoek: 'Schoolactiviteiten staan onder druk'
Morgen spreekt de rechter zich uit of twee basisschoolleraren iets te verwijten valt na de verdrinkingsdood van een Syrisch meisje tijdens het schoolzwemmen. De rechtszaak zorgt voor veel onrust op basisscholen, blijkt uit onderzoek van EenVandaag samen met CNV Onderwijs onder 1800 leraren.
Eén op de vijf docenten geeft aan dat de zaak nu al gevolgen heeft: volgens 10 procent van hen is een schoolactiviteit inmiddels afgelast of is het toezicht aangepast en volgens 12 procent staat de organisatie van één of meer activiteiten ter discussie. Het gaat dan om schoolzwemmen, maar ook over de avondvierdaagse of het schoolkamp.
Veel onrust op scholen
85 procent van de ondervraagde leraren maakt zich zorgen over de ontwikkeling dat een docent voor de rechter kan verschijnen na een ongeval met een leerling onder schooltijd. Een leraar die meedeed aan het onderzoek zegt: “Het is al vreselijk dat het gebeurd is, maar om daar de schuld van te krijgen als leraar gaat mij te ver. Je kunt ongelukken nooit voorkomen, dertig leerlingen kun je niet vasthouden met twee handen.” Anderen wijzen op de hoge werkdruk en grote klassen, die het toezicht tijdens activiteiten extra lastig maken. Eén op zeven leraren verwacht dat er in de toekomst ook minder schoolactiviteiten georganiseerd worden.
Schoolactiviteiten zijn onderwerp van discussie geworden naar aanleiding van de rechtszaak over de in 2015 verdronken Salem. Zo ook op Haarlemse basisschool De Dreefschool van directeur Jan Vos van Marken. “Over twee weken staat er een uitje gepland naar het zwembad in IJmuiden. We hebben daar met het team uitgebreid over gediscussieerd.” Meerdere opties passeerden revue, zo is er besproken om het hele uitje niet door te laten gaan. “Maar dat vonden we toch geen optie. Als je niet kunt gaan zwemmen, kan je ook niet meer naar een pretpark.”
Loek Schueler, voorzitter van CNV Onderwijs, herkent de onrust op scholen: “bezorgde leraren vragen zich af of ze straks strafrechtelijk worden vervolgd als er een ongeval gebeurt tijdens de sportdag of op kamp. Je werkt met kinderen die spelen, rennen en klimmen. Je moet goede afspraken maken om te zorgen voor een veilige school en leraren moeten deze afspraken kennen en naleven. Maar je kunt ongelukken helaas nooit 100% voorkomen.”
Leraren kennen protocollen onvoldoende
Iedere school moet duidelijke veiligheidsafspraken hebben voor schoolactiviteiten, vastgelegd in bijvoorbeeld een protocol of handboek. Bijna de helft (47%) van de ondervraagde leraren geeft aan deze veiligheidsmaatregelen op hun eigen school niet (genoeg) te kennen. Er is nu op veel scholen discussie wie eindverantwoordelijk is, geven veel ondervraagden aan. Als je het aan de docenten zelf vraagt, vindt de grootste groep (57%) dat zowel het schoolbestuur als de betrokken leraren eindverantwoordelijkheid moeten dragen voor de veiligheid van leerlingen tijdens schooluitjes.
Als een leraar het protocol van school niet naleeft en er gebeurt een ongeluk met een leerling, vindt de grootste groep (46%) het te ver gaan dat een leraar persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden. Een derde (33%) vindt dat dit wel zou moeten kunnen en één op de vijf ‘weet het niet’. ‘Dit blijft moeilijk’, aldus een deelnemer. ‘Als je een kind helpt op het toilet of een pleister moet halen, moet je de klas een moment alleen laten. Dan kan er altijd iets gebeuren.’
Schijnveiligheid
Tegelijkertijd waarschuwen enkele deelnemers ook voor dikke protocollen die alleen maar zorgen voor ‘schijnveiligheid’. ‘Alles kan altijd beter. Maar als bij iedere activiteit hele draaiboeken met regels en afspraken en beschrijvingen van verantwoordelijkheden verplicht worden gesteld, sla je door. Er wordt dan niets meer buiten school georganiseerd en niemand wil de verantwoordelijkheid nemen.’
Volgens strafrechtadvocaat Willem Jan Ausma zijn veiligheidsprotocollen inderdaad niet zaligmakend. Men moet er voor waken dat we niet overspoeld worden door regels en voorschriften, vindt Ausma. “Straks kom je in een situatie dat er iets gebeurt, en dat je eerst het protocol erbij moet pakken… Gelukkig reageren mensen intuïtief.” Dat het soms mis gaat, is volgens Ausma dan ook niet te voorkomen.
Bij Radio EenVandaag een gesprek met Willem Jan Ausma en directeur Jan Vos van Marken. Ook presenteert Gijs Rademaker op radio en vanavond op televisie de uitslagen van dit onderzoek. In de tv-studio reageert Loek Schueler, voorzitter van CNV Onderwijs, op de resultaten. Hier vindt u een meer informatie over het onderzoek en de rapportage, inclusief reacties van leraren.
Over dit onderzoek
Dit onderzoek is gedaan door EenVandaag samen met CNV Onderwijs. Het EenVandaag Opiniepanel heeft de vragenlijst opgesteld en CNV Onderwijs heeft basisschoolleraren per e-mail uitgenodigd om mee te doen aan het onderzoek. Ook zijn 500 leraren uit het EenVandaag Opiniepanel aangeschreven om deel te nemen.
Aan het onderzoek deden 1.768 basisschoolleraren mee en 116 schoolleiders. Het onderzoek vond plaats van 12 juni tot en met 19 juni 2017. De resultaten van de basisschoolleraren zijn gewogen op drie variabelen: leeftijd, geslacht en werkduur zoals bekend bij het CBS over het jaar 2016.